- In tegenstelling tot wat wij maandag meldden op basis van het CPB, krijgen onderwijsinstellingen tóch geld om de inflatie bij te benen: €204 miljoen.
- Serieuze investeringen hoeven hogescholen en universiteiten niet te verwachten, maar er is wél €135 miljoen beschikbaar om eerdere bezuinigingen te verzachten.
- Ondanks alle eerdere bezuinigingen, is er bij universiteiten en hogescholen nog steeds sprake van overtollige overhead, meent de regering. Daarom wordt er gekort tot jaarlijks €65 miljoen vanaf 2017.
- Onderwijsinstellingen moeten het aantal opleidingen gaan terugdringen, wat in 2016 al €70 miljoen moet opleveren en uiteindelijk zelfs €130 miljoen per jaar.
In het nationaal onderwijsakkoord heeft minister Bussemaker afspraken gemaakt over de besteding van €689 miljoen binnen het onderwijs. In het akkoord - dat ze tevergeefs geheim probeerde te houden - staat dat de ondertekenaars verdeeld zijn over de voorgenomen afschaffing van de basisbeurs in 2014 (voor masters) en 2015 (voor bachelors). Er is overigens ook nog geen meerderheid voor te vinden in de Eerste Kamer. Gaat de afschaffing niet door, dan is €119 miljoen minder beschikbaar voor de uitvoering van het akkoord. Mocht het er toch van komen, dan gaat het geld ‘in het bijzonder’ naar het hoger onderwijs en onderzoek.
Reacties
De Landelijke Studentenvakbond LSVb noemt de onderwijsbegroting ‘drie keer niks’. Het hoger onderwijs ‘verloedert’, vindt voorzitter Jorien Jansen. Volgens haar wordt er ‘roekeloos’ geld bij studenten weggehaald door de basisbeurs af te schaffen. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is ook niet blij, maar ziet een lichtpuntje: er komt meer geld voor leraren. ‘Goed onderwijs en goede leraren zijn dé oplossing om Nederland weer op de rit te krijgen,’ zegt voorzitter Ruud Nauts. Maar tegelijkertijd ‘is het niet te rijmen dat studenten moeten betalen om de kwaliteit van leraren weer op niveau te krijgen.’
Dat vindt ook SP-Kamerlid Jasper van Dijk. Hij noemt de miljoenen in het onderwijsakkoord 'een sigaar uit eigen doos,' omdat ze afkomstig zijn van verschuivingen binnen de onderwijsbegroting. 'Bijvoorbeeld van het geld dat vrijkomt bij invoering van een leenstelsel. Dat betekent dat studenten de investeringen betalen door hun basisbeurs in te leveren.'
Geschreven op basis van persberichten van het Hoger Onderwijs Persbureau.
