Dit voorjaar spraken enkele vakbonden met werkgevers en overheid af dat de lonen voor ambtenaren met ruim vijf procent zouden stijgen. Ook het hoger onderwijs viel onder die afspraken.
Juridische strijd
Een flink deel van de loonstijging zou uit de pensioenpremie moeten komen: die gaat omlaag, zodat werknemers nu meer salaris kunnen krijgen. Volgens de ondertekenaars, waaronder vakbond CNV, zou dat de pensioenen niet aantasten.
Vakbond FNV gelooft daar weinig van en heeft het akkoord niet ondertekend. De vakbond voert een juridische strijd tegen het akkoord. Nu blijkt ook pensioenfonds ABP nog niet overtuigd te zijn, aldus de Volkskrant.
Overleg
Een woordvoerder van het ABP ('Wij herkennen ons niet in het beeld dat de Volkskrant schetst') bevestigt desgevraagd dat de premies nog niet zijn vastgesteld: dat gebeurt pas in november. 'Wij zijn geen partij geweest in dat akkoord', zegt ze. 'Werknemers en werkgevers hebben het gesloten, maar wij moeten een kostendekkende premie hanteren. Wij zijn verantwoordelijk voor de financiële positie van het fonds.'
Versobering of hogere premie
Dat betekent waarschijnlijk een versobering van het pensioen of een hogere premie dan afgesproken. Maar daar wil de woordvoerder niet op vooruitlopen. Het pensioenfonds is nu over het akkoord in overleg met werkgevers en vakbonden. 'We praten over de financiële positie van het fonds. Het gaat bijvoorbeeld over de lage rente en de slechte financiële markten. De uitkomst van dat gesprek staat niet vast.'
Het is de vraag wat er met het akkoord gebeurt, mocht de premie toch niet omlaag gaan. Misschien moet het Rijk de tegenvaller dan bijleggen, of is er toch minder ‘loonruimte’ dan afgesproken.