Gisteren werden er opnieuw Kamervragen gesteld over de Groningse studentenvereniging Vindicat. Dit keer over het aspirant-lid dat hoofdletsel opliep tijdens zijn ontgroening. De PvdA wil van justitieminister Van der Steur weten of misdrijven tijdens ontgroeningen niet gewoon strafbaar moeten worden gesteld en of een vereniging daar ook zelf voor vervolgd kan worden. En als dat niet kan, is dat dan niet een signaal dat zulke praktijken toegestaan zijn?
Vrijheid van meningsuiting
De Kamerleden vinden dat er ook vervolging mogelijk moet zijn als er, zoals nu, geen aangifte is gedaan. En wat vindt de minister van de boete van vijfentwintigduizend euro die verenigingsleden moeten betalen wanneer ze loslippig zijn over hun ontgroening? Is dat wel rechtsgeldig en niet in strijd met de vrijheid van meningsuiting?
Ook minister Bussemaker sprak gisteren haar afkeuring uit, meldt NRC Handelsblad. Ze vond de eerste reactie van de RUG, die de bal bij Vindicat neerlegde, ‘volstrekt onvoldoende’. Vanochtend maakte de universiteit, samen met de Hanzehogeschool en de gemeente, alsnog bekend van de ontgroeningen af te willen.
Tijd voor aangiftes
Eerder al sprak collegevoorzitter Henk Pijlman van de Hanzehogeschool zich uit op Twitter. Hij noemde het een ‘bende’ bij Vindicat en vindt dat het tijd is voor aangiftes. Tegen dagblad Trouw zei hij dat de Hanzehogeschool en de RUG samen de beurzen van de Vindicat-bestuurders betalen: jaarlijks gaat dat om zo’n 33 duizend euro. Voordat hij een beslissing neemt over het beëindigen van die subsidie wil hij eerst met het bestuur van Vindicat praten.
Het zou niet de eerste keer zijn dat er bestuursbeurzen worden ingetrokken. De Universiteit Utrecht deed dat in 2002 bij studentenvereniging Veritas. Tijdens de ontgroening mochten ‘feuten’ niet drinken en naar de wc gaan. Uit onderzoek bleek dat de vereniging zich niet aan het protocol over de introductie had gehouden.
Symptoom
Ook oud-leden van corporale verenigingen doen een duit in het zakje. In de NRC reageerden twee vrouwen op de zogenaamde ‘bangalijst’, waarop de bedprestaties van 23 vrouwelijke Vindicat-leden werden gedeeld. ‘Dit is geen incident’, schreven ze, ‘maar een symptoom van de heersende cultuur.’
Dergelijke praktijken moeten volgens hen niet gebagatelliseerd worden: ‘Het is niet onschuldig, want veel leden nemen die cultuur mee naar bedrijfsleven en politiek en zullen daar niet zelden hoge posities innemen.’ Ze willen dat er hard wordt opgetreden tegen ‘seksistische organisatiestructuren’ en ‘incidenten’. Het tijdelijk schorsen van de bij de lijst betrokken Vindicat-leden lost niets op, menen ze.
De Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) is ‘erg geschrokken’ van alle perikelen en ‘distantieert zich van alle vormen van geweld.’ Samen met de leden wil het bestuur kijken naar extra maatregelen die de introductietijd in de toekomst ‘nog veiliger’ moeten maken.