Wat is eigenlijk een informatiemanager?
‘Mijn twee collega’s en ik zorgen voor de informatievoorziening op de lange termijn. Dus niet de actualiteit, maar wat er volgend jaar en de jaren daarop gaat spelen. Denk bijvoorbeeld aan de overgang van Blackboard naar Canvas, daar zijn we twee jaar mee bezig geweest. Als organisatie moet je vooraf een aantal vragen stellen: Wat willen we nu eigenlijk, hoe zorgen we dat alle gebruikers een systeem optimaal benutten en blijft de oplossing langere tijd houdbaar?’
Wat vind je leuk aan dit werk?
‘Als informatiemanagers zijn wij de brug tussen de werkvloer en de strategie. Ik heb plezier in die rol, omdat we veel te maken hebben met de faculteiten én met de ondersteunende diensten, daar waar het werk gebeurt. En deze universitaire omgeving spreekt me aan. Het is een informele organisatie, waar de macht verdeeld is. Dat maakt het werk inhoudelijk. Je hebt goede argumenten nodig om alle betrokkenen mee te krijgen.’
Wilde je altijd al informatiemanager worden?
‘Ik heb informatica gestudeerd. Eerst HBO en daarna de UT. Ik wilde de bedrijfskundige kant op en kon op de UT door vrijstellingen veel keuzevakken zelf invullen. Daarmee heb ik eigenlijk de huidige master Business & IT zelf samengesteld. Gaandeweg mijn loopbaan kwam ik erachter dat een (semi-)overheidsinstantie mij het meeste aanspreekt. Mijn tijd bij de nationale politie bevestigde dat. Bij een calamiteit is de politie een geoliede machine, iedereen weet wat ‘ie moet doen. Maar in rust is het een kippenhok van baasjes en hun belangen. Dat verschilt niet veel van de UT. Het is leuk om daar een verbindende rol in te spelen.’
Waarom werd je voorzitter van de UT-Kring?
‘Door mijn aanstelling bij de UT, had ik ineens meer tijd, want al het reizen viel weg. Die tijd wilde ik goed opvullen en dit leek me een mooie kans. Toen ik een jaar of zeven begon, was er al twee jaar geen algemene ledenvergadering geweest en liep het ledenaantal terug. Nu groeien we elk jaar en worden onze vele activiteiten goed bezocht. Daarom is het nu tijd voor een andere voorzitter. Weer wat fris bloed. En voor mij is het tijd voor een nieuwe uitdaging.’
Wat is je favoriete plek op de campus?
‘Dat moet dan wel Boerderij Bosch zijn, de uitvalsbasis van de UT-Kring. Een heel mooie plek. Maar ook ons festivalterrein blijft mij fascineren’
Verliefd, verloofd of getrouwd?
‘Getrouwd met Annelies! We hebben kinderen, Quinten is 16 en Suzanne is net 18 geworden. Voor haar verjaardag had ik een JBL boombox als cadeau. Het huis is deze dagen gevuld met heerlijke muziek. Daarnaast doen we aan ‘tijdelijke gezinsuitbreiding’. Suzanne ging deze zomer voor zes weken naar een gezin in Argentinië. De dochter van dat gezin draaide afgelopen winter in ons gezin mee. Quinten ging tegelijk met Suzanne naar een gezin in Brazilië en die jongen komt komende winter bij ons. Zo’n exchange kan ik iedereen aanraden. Onze kinderen komen met zulke prachtige verhalen terug en wij dompelen ons even onder in een compleet andere cultuur.’
Wat doe je ter ontspanning?
‘Mijn nieuwe passie is padel. Dat is een uit Spanje overgewaaide sport die het midden houdt tussen tennis en squash. Ik doe het nu een jaar, zowel training als competitie. Het is uitdagend, het tempo komt overeen met tennis, maar je gebruikt ook de muren. Daarvoor heb je het tactisch inzicht nodig van squash.’
Wat heb je gisteren gegeten?
‘Een wereldgerecht met kip van Knorr. We hadden niet veel tijd om te koken en het resultaat was lekker. Maar ik hou ook van uitgebreid eten bereiden. Dat doe ik vooral bij de kookclub Sociéte des Gourmets Euregionale in onze vestiging in het Gerrit Jan van Heekpark. Daar koken we soms recepten van sterrenrestaurants om vervolgens te proeven of het gelukt is.’
Waar woon je?
‘In Enschede, wijk Ruwenbos. Ik ben een echte Tukker, hier ligt mijn hart. Voor mijn werk reisde ik vroeger veel, daar had ik helemaal geen problemen mee. Ik woonde een tijdje in Den Haag en de Verenigde Staten. Daardoor weet ik goed wat ik niet wil. Het is hier prettig wonen. Toen de kans zich voordeed om op de UT te werken, greep ik die meteen aan.’