Hoe lang werk je al op de UT?
‘Ruim twee jaar. Ik combineer wetenschapscommunicatie met een algemene communicatiefunctie bij Marketing & Communicatie. Ik ondersteun collega’s met vooral digitale communicatie-uitingen. Een soort vliegende keep of manusje-van-alles, zeg maar. Ik pak alle dingen op die me leuk lijken. Zeker aan het begin van de coronacrisis, toen de wetenschapscommunicatie praktisch stil kwam te liggen, ben ik des te meer collega’s gaan ondersteunen. Sindsdien word ik weleens gekscherend de M&C-klusjesman genoemd. Het leukste van mijn baan is de wetenschapscommunicatie. In gesprek gaan met een wetenschapper, het onderzoek op een begrijpelijke manier neerzetten. Die vertaalslag willen maken, dat zat er altijd al in bij mij.’
Waar liggen je roots?
‘Ik ben geboren en opgegroeid in Lichtenvoorde, in de Achterhoek. Als kind las ik altijd tijdschriften als Quest en KIJK. Ik was erg geïnteresseerd in de wetenschap, zonder direct de diepgang op te willen zoeken. Op mijn achttiende ging ik biologie studeren, aan de Rijksuniversiteit Groningen. Omdat praktisch iedereen in mijn familie voor de klas staat, was het voor mij een logische keuze om biologiedocent te worden. Tijdens een minor stond ik een half jaar voor een onderbouwklas, tijdens mijn master voor de bovenbouw. Toen kwam ik erachter dat het me wat minder lag, het werd me te veel politieagent spelen. Na een korte periode als invaldocent, kwam er op de UT een plek vrij als communicatiemedewerker.’
Hoe bevalt het hier?
‘Goed! De UT is een hartstikke fijne werkgever. En M&C is altijd flexibel geweest, zeker gezien het feit dat ik in Groningen woon. Sinds de pandemie is die flexibiliteit alleen maar gegroeid; het is normaal geworden dat ik mijn werk gewoon vanuit Groningen doe. Dat scheelt me wekelijks ook 15 uur reistijd. Nu we op de UT de discussie voeren over hybride werken, mag wel duidelijk zijn waar mijn voorkeur naar uit gaat. Al ben ik ook dolblij om af en toe weer naar de campus te kunnen. Het grootste deel van mijn dienstverband vond in crisistijd plaats. Nu we in een soort pre-post-pandemie zitten, kan ik me daardoor nog meer vertrouwd gaan voelen met deze universiteit.’
Verliefd, verloofd, getrouwd?
‘Verloofd, sinds drie maanden, met Nathalie. We leerden elkaar vijfeneenhalf jaar geleden kennen, via het internet. Op een forum stelde iemand de vraag: “Wat is I love you in je eigen taal?” Ze antwoordde: “In Nederland zeggen we: heb je nou verdomme het vuilnis nog niet aan de straat gezet?” Ik stuurde haar precies die boodschap via een persoonlijk berichtje. Vervolgens deden we ons voor als een bekvechtend oud stel dat al dertig jaar getrouwd was. Onze gesprekken online leidden uiteindelijk tot een afspraak in DierenPark Amersfoort – halverwege Groningen en haar woonplaats toen, nabij Rotterdam. Nu wonen we samen in een appartement in Groningen, met onze twee katten Fido en Noet.’
Gaat er niets boven Groningen?
‘Toen ik bij de open dag in Groningen uit de trein stapte en de stad in liep, wist ik meteen: dit wordt mijn stad. Groningen is als een uitgestrekt dorp. Ik zie mezelf ook zeker niet zomaar vertrekken hier. Nathalie studeert hier en ik heb een liefde ontwikkeld voor FC Groningen.’
Hoe is die liefde ontstaan?
‘Ik had vroeger eigenlijk niets met voetbal, zeker niet met clubvoetbal. Ik snapte nooit dat mijn vader ging zitten om samenvattingen van de eredivisie te kijken. Toen ik in Groningen ging studeren, had ik ineens op steenworp afstand een succesvolle voetbalclub zitten. Ineens betrapte ik mezelf erop dat ik ook samenvattingen ging kijken, vervolgens een hele wedstrijd online, daarna kocht ik kaartjes om samen met mijn vader naar Groningen-Ajax te gaan. Nu heb ik al een jaar of drie een seizoenskaart.’
Wat voor hobby’s heb je nog meer?
‘Ik game veel, heb zo’n 1200 uur Rocket League gespeeld. En als klein jochie leerde ik dankzij mijn broers de Elder Scrolls-serie kennen. Daarnaast ben ik groot fan van bordspellen. Tot voor kort legden we iedere maand geld opzij om een nieuw bordspel te kopen. Inmiddels hebben we een collectie van bijna honderd bordspellen.’
Heb je verborgen talenten?
‘Ik zou het geen verborgen talenten willen noemen, maar ik speel ook mondharmonica en zing daarbij. Piano Man van Billy Joel is daar uitermate geschikt voor. En ik ben al jaren bezig Russisch te leren. Gewoon, om iets aan te leren. Maar het gaat me allesbehalve makkelijk af. Mijn Nederlands en Engels zijn prima. Voor Russisch blijk ik – net als bij Frans – allesbehalve een talenknobbel te hebben.’
Tot slot, wat staat er op je bucketlist?
‘Niks, ik heb niet zo’n lijstje. Ik ben niet van het vooruit plannen. Niet op persoonlijk vlak en niet in mijn carrière. Als ik iets wil, dan doe ik het liefst zo snel mogelijk. “Life is what happens to you while you're busy making other plans”, dat zong John Lennon eens. Voor mij geldt: ik probeer zoveel mogelijk te leven naar what happens, het druk zijn met andere plannen maken laat ik graag achterwege.’