Waaruit bestaat je werk zoal?
‘Als sportcoördinator heb ik samen met twee collega’s alle sportverenigingen onder me staan. Daarin begeleiden we verenigingen in allerlei situaties en overleggen we over beleid en advies. Ik sta daarnaast in contact met de besturen van de tien grootste balsportverenigingen en docenten die daaronder vallen. Ook vallen alle evenementen van het sportcentrum onder mij. Dit is een behoorlijk intensief jaar door nieuwe ontwikkelingen. Recreatieve teams laten we steeds meer trainen door studenten, want alleen prestatieteams staan nog onder leiding van professionele trainers. Daar is veel aansturing bij nodig.’
Hoe lang ben je al werkzaam aan de UT?
‘Deze functie bekleed ik nu bijna drie jaar en het bevalt me goed. Het is naar mijn idee belangrijk dat je hier met een sportgevoel zit. Dat je weet wat sporters voelen. Mijn eerste kennismaking met de UT was in 2006. Ik zat op de campus met mijn voetbalschool en ben toen begonnen als voetbaltrainer bij Drienerlo. Eerst in de zaal, later het eerste vrouwenelftal en toen het eerste mannenteam. Een geweldige periode. De selectie was een echte vriendengroep. Toen had je nog veel langstudeerders, dus we beschikten ook over oudere jongens. Zowel het niveau als de sfeer was uitstekend.’
Verliefd, verloofd, getrouwd?
‘Ik heb een vriendin waar ik al jaren mee samenwoon. Uit mijn eerste huwelijk heb ik twee kinderen. Frank (26) en Timmy (24). Frank speelt in het eerste van Quick’20 in Oldenzaal. Als hij mentaal iets sterker was geweest had hij veel hoger kunnen spelen, maar plezier is het belangrijkst weet ik uit ervaring. Hij werkt bij de Koninklijke Marechaussee. Timmy werkt voor een verzekeringsmaatschappij en voetbalt niet meer. Het geldt waarschijnlijk voor de meeste vaders, maar de jongens zijn echt mijn alles. Zij staan altijd op één. Daarnaast heb ik nog een bonuszoon, waar ik ook een heel goede band mee heb. Hij speelt in het eerste van Overdinkel. Ik probeer bij allemaal wedstrijden te kijken. Woensdag zijn we toevallig met z’n allen naar Dortmund – Ajax geweest. We zijn allemaal gek van voetbal.’
Waar woon je?
‘Al bijna dertien jaar op de campus aan de Reelaan. Daar staan zo’n twintig geschakelde woningen waar veel gepensioneerde collega’s wonen. Ik ben dus heel veel op de campus en kan lopend naar het werk. Mijn roots liggen in Overdinkel, waar mijn ouders een zalencentrum runden. Rond mijn twintigste ben ik voor de gemeente Enschede gaan werken en later nog voor de gemeente Hengelo. Daarna nam ik het zalencentrum over van mijn ouders, omdat ik toen niet goed wist wat ik wilde met mijn leven. Na een jaar of twaalf heb ik het verhuurd en verkocht. Ik rolde er in en ondernemen lag me wel, maar ik was geen gastheer. Zoiets moet je liggen. In Overdinkel voetbalde en tenniste ik ook altijd. Op een gegeven moment koos ik voor tennis, omdat mijn vriendengroep ook tenniste.
Wat is je favoriete reisbestemming?
‘Ik ben geen vakantieman of reiziger en beperk me tot Europese bestemmingen. Mijn vriendin haalt me af en toe over om op vakantie te gaan en trekt me zo uit mijn drukke leven. Dat is ook goed, want anders kom ik nergens, maar vakantie is een verplicht nummertje voor mij. In de zomer ben ik vaak druk met voetbalkampen. Die organiseer ik ook voor kinderen uit gezinnen met een kleine portemonnee die niet op vakantie kunnen. Verder ben ik graag thuis, pak ik af en toe een terrasje of fietsen we een rondje. Mijn werk is eigenlijk mijn hobby.’
Wat heb je gisteren gegeten?
‘Hollandse kost: boerenkool. Ik kom graag in restaurants en houd van lekker eten, maar ben niet van de culinaire hoogstandjes. Sterrenrestaurants met zeven gangen trekken mij niet. Ik kook niet graag en ben zeker geen hobbykok. Door mijn horecaverleden kijk ik gek genoeg altijd nog met een horecabril op naar restaurants op cafés.
Wat vind je belangrijk in het leven?
‘Een enorme dooddoener, maar toch de gezondheid. Alles daaromheen is niet van belang als er iets met de gezondheid gebeurt in je omgeving. Dat bepaalt ook je geluk. Op verdere afstand volgt pas de rest.’
Krijg je niet een keer genoeg van al die sportvelden?
‘Nee, sport verveelt nooit. Dat kan voor mij niet genoeg zijn. Ik tennis zelf nog veel op de campus met studenten en collega’s. Als je ouder wordt is tennis een mooie sport om te blijven doen. Een voetbalveld wordt dan te groot, maar tennis houd je lang op een goed niveau vol.’
Welke UT-gebeurtenis blijft jou altijd bij?
‘Het kampioenschap van Drienerlo in de derde klasse in 2011. De kampioenswedstrijd speelden we gelijktijdig met de Batavierenrace. Dat mocht eigenlijk nooit maar dat kwam toen zo uit. Bij Drienerlo is nooit veel publiek, want iedereen staat altijd binnen de lijnen. Die wedstrijd was voor mij als trainer emotioneel, omdat mijn vader net te horen kreeg dat hij ernstig ziek was. Met mijn kinderen kwam hij kijken. We scoorden voor al die studenten die langs de kant stonden in de laatste minuut de winnende goal, waardoor we kampioen werden en naar de tweede klasse mochten. Een perfecte dag die ik nooit meer vergeet. Met die jongens zit ik nog steeds in een groepsapp: Allstars Drienerlo.’
Staat er iets op jouw bucketlist?
‘Nee, eigenlijk niet. Ik probeerde lang om een huis te kopen op de UT. Door beleid kon dat niet, maar dat is inmiddels gelukt. Verder heb ik geen specifieke dingen die ik graag nog wil doen. Ik ben geen planner die dan dit en dan dat wil doen. Dat zie ik als iets positiefs, want ik ben zeer tevreden met mijn leven. ’