Hoe is het om in deze tijden trainer te zijn?
Krajenveld: ‘Het is stil. Ik ben afgelopen zomer begonnen bij Arriba. Ik ken de jongens en we hebben drie duels gespeeld, maar verder ben ik nog helemaal onbekend op de UT. Ik heb nog niet eens een rondleiding op de campus gehad. In het begin was er al coronastress. Basketbal is geen geschikte coronasport, omdat er constant contact is en je in een relatief kleine hal speelt.’
Jullie speelden voor de laatste keer op 10 oktober. Heb je nog contact met de selectie?
‘Eigenlijk alleen maar op de app. Daar komt wel eens een domme grap of een flauwe video voorbij. Af en toe bel ik de jongens op, om te vragen hoe het met ze gaat. Ik wil geen vader spelen, maar die interesse is oprecht. Zo ben ik ook als trainer. Ik leg een groep mijn wil niet op, maar kijk naar wat de groep kan en daar gaan we aan werken. Zo probeer ik ook in het persoonlijke te handelen.’
Een zogeheten peoplemanager?
‘Het mentale aspect is van groot belang. Ik ben eigenlijk een jeugdtrainer. Mijn hart ligt bij opleiden. Ik ben ook jeugdtrainer bij Uitsmijters in Almelo en geef training bij Landstede in Zwolle. Ik zie Arriba als een mengeling tussen jeugd en senioren. We hebben een vaste kern van zo’n vijf spelers en daaromheen zijn er ieder jaar veel wijzigingen. Dat vind ik prachtig, dat je elk seizoen een nieuw team hebt.’
Het moet zwaar zijn om nu vrijwel niets aan basketbal te doen, terwijl je gewend bent om elke dag met basketbal bezig te zijn.
‘Ik mis het, maar ik zie mensen om me heen die het veel zwaarder hebben. Je hoort veel over de situatie in verpleeghuizen, hoe zwaar het daar mentaal is voor mensen. Dat wil ik zeker niet bagatelliseren, maar kijk eens naar jongeren. Die hebben het mentaal zwaarder. Ik heb twee studerende kinderen en je ziet hun levens veranderen. Ik waarschuw mijn spelers ook: creëer een ritme en zorg dat je niet de hele dag voor een scherm zit.’
Sta je komend seizoen ook voor de groep?
‘Dat hoop ik wel. Samen met het bestuur heb ik onlangs een meerjarenplan ingediend voor Arriba. De cultuur op de campus spreekt me enorm aan. Ik wil Arriba verder ontwikkelen en een rode draad in de vereniging aanbrengen, maar daar moet wat voor gebeuren. De laatste twee jaar is er te weinig ontwikkeling geweest. Die plannen moeten we helaas een jaartje opschuiven, maar ik blijf graag. Let's hope for many more years to come.’
Al was het maar omdat je die rondleiding nog te goed hebt.
‘Precies, daar kijk ik al sinds september naar uit.’