De hedendaagse student vindt een toilet en douche delen maar vies. Dat is althans de veronderstelling van de Enschedese wethouder Jeroen Diepenmaat (Wonen) en wooncorporatie De Veste. Ze willen die, met een lelijke term aangeduide, ‘student 2.0’ tegemoet komen. Dat klinkt mooi, maar de vraag is of er wel geschikt aanbod overblijft voor de student 1.0, oftewel de Nederlandse vwo’er die z’n diploma haalde en een kamer zoekt.
De beleidsmakers en uitvoerders gaan ondertussen volle kracht vooruit. Zo is De Veste van zins om op het Kennispark tweehonderd kamers te realiseren met eigen voorzieningen en worden woningen op de campus meer zelfstandig gemaakt. Wethouder Diepenmaat zei tegen de Telegraaf: ‘De student 2.0 wil gezelligheid, maar ook een eigen toilet en keuken.’
Waar die wijsheid nu precies vandaan komt, is onduidelijk. Het lijkt vooral een aanname die niet gestoeld is op onderzoek. De wethouder constateert dat veel UT-studenten bedrijfjes beginnen, maar uiteindelijk uit Twente weggaan. ‘Daarom gaan we complexen bouwen dichtbij de universiteit waar ze niet alleen hun eigen kamer hebben, maar ook ruimte krijgen om samen spin-off bedrijfjes op te zetten’.
En dan is er natuurlijk de groeiende groep internationale studenten. Het is bekend dat zij in Enschede moeite vinden om geschikte woonruimte te vinden, omdat ze last hebben van het coöptatiesysteem waarbij (Nederlandse) bewoners van campuskamers nieuwe huisgenoten kiezen. Om die groep te bedienen werd de Hogekamp grotendeels verbouwd tot een Student Hotel.
Aan die luxere studentenwoningen hangt een prijskaartje. Een verstandig uitgangspunt zou zijn om eerst de veren te tellen, voor je de kip kaal plukt. Want de huurprijs is van belang voor iedere student, zo bleek onlangs weer. De huurders van Camelot in de Hogekamp willen in navolging van Amsterdamse studenten driehonderd euro terug van de verhuurder. Het is niet het eerste incident met de particuliere partij die groot werd met leegstandsbeheer.
Enschede werd door de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) vorige maand tot ‘beste studentenkamerstad’ uitgeroepen. ‘Voor alle studenten is er een woning’, prees het rapport aan. Een ander positief punt: er wordt veel nieuwe huisvesting opgeleverd, speciaal voor groepen die nu moeilijk een kamer vinden, zoals de internationale studenten. Daarmee is nu ook duidelijk wie wordt bedoeld met de student 2.0, het zijn de internationals en succesvolle studentondernemers.
De student 1.0 is daarmee de ouderwetste Nederlandse student. Het vwo afgerond, een studie en universiteit uitgekozen. En voor de afweging, blijf ik thuis of op kamers? Met het leenstelsel is die tweede optie steeds minder aantrekkelijk. Met de stijgende huurprijzen voor grotere groepen onhaalbaar. Een segregatie van rijken en modalen ligt op de loer.
En dat is problematisch. Want sinds universiteiten in de jaren ’60 van de vorige eeuw toegankelijk werden voor alle lagen van de bevolking, is studeren en op kamers gaan bijna synoniem geworden. Dat was een groot goed. In de collegezaal scherp je het verstand, in het gedeelde studentenhuis je sociale vaardigheden. Daar kom je in aanraking met anderen, delen stedelingen en provincialen hun voorzieningen en leren ze afspraken maken en onhebbelijkheden accepteren. En vooral ondergaan ze samen de mooiste tijd van het leven. Internationals daar deel van laten uitmaken, is pas echte inclusiviteit.