Afgelopen week werden de Spinozaprijzen uitgereikt. Geen UT’er erbij (alweer meer dan tien jaar niet). Ook geen enkele UT-voordracht voor de gouden medaille van de KNCV (de meest prestigieuze chemieprijs in Nederland). Zijn we collectief bevangen door ‘crisismanagement’? Is het grootste effect van corona het volledig institutionaliseren van beslissingsprocessen die op de vorm maar niet op het resultaat gericht zijn, zodat er geen tijd meer overblijft voor de kerntaken onderwijs en onderzoek? Ja, iedereen aan de universiteit, van communicatiemedewerker tot collegelid, staat in dienst van onderwijs en onderzoek, je zou het haast vergeten.
De vakgroep waarvan ik deel uitmaak wil een borrel organiseren begin juli, buiten, met inachtneming van de RIVM-richtlijnen. Gelukkig zijn alle drie de collegeleden ermee akkoord dat de definitieve beslissing net een niveau eronder genomen kan worden (Pardon? Collegeleden? Jazeker, allemaal). Ondertussen zijn we drie weken verder en zijn er meer manuren aan het nemen van de beslissing gespendeerd dan er überhaupt aan de borrel zelf besteed zullen worden. Is dat efficiëntie? Werkdrukverlaging? Vertrouwen?
Het studentenorkest (waarin ik gedoogd word) mag weer spelen. Hoera! Reguliere amateurorkesten hebben allang een oplossing gevonden, gewoon op hun vertrouwde locatie. Op de UT moet je in het Openluchttheater repeteren (Pardon? Is dat in de buitenlucht?), met twee orkestleden met gele hesjes die je naar je plek wijzen; en twee externen die halverwege komen controleren. We zitten daar met een slordige 100k aan kostbare en vocht- en temperatuurgevoelige instrumenten. En om 21u moet je weg zijn. Waarom dat dan? Slaat het virus extra hard toe na zonsondergang?
Ik mag nu een dag per week naar de UT. Dan ben ik voor onze vakgroep de wetenschappelijk toezichthouder. Een zwaarbevochten privilege, met name de eindelijk geregelde toegang voor studenten en promovendi tot de labs. We kunnen weer onderzoek doen! Als je afstand moet houden tot elkaar (RIVM-regel) en je wilt zoveel mogelijk studenten en promovendi de kans geven op echt praktisch werk, waarom organiseer je dan dat elk gebouw maar aan één kant open is zodat iedereen daar doorheen moet? Waarom beperk je de toegang van half negen tot vijf, zodat er op te voorspellen tijden mensen in de rij staan voor de deur? Spreiden van risico en contact betekent logischerwijs langere (geen kortere) openingstijden en een gespreide toegang (meer deuren open, niet minder), toch?
De grootste vraag die ik heb voor het CvB en het crisisteam is: Waar is jullie vertrouwen? Het vertrouwen in onze studenten, onze medewerkers, onze docenten? Het vertrouwen dat zij met verantwoordelijkheid omgaan met de problemen die we allemaal hebben, het besef dat niet alles in regels en processen te vangen is, dat we allemaal mensen zijn die dat vertrouwen hard nodig hebben om niet compleet paranoïde en mesjogge uit deze crisis tevoorschijn te komen? Besef dat vertrouwen een wederzijds goed is, en dat wantrouwen de (ook wederkerige!) keerzijde van diezelfde medaille is. Richt de blik naar buiten, de maatschappij in, de wetenschap, het onderwijsland! Maak je sterk voor aankomende én huidige studenten waarbij onze sterkte (direct en kleinschalig onderwijs) voorop staat. Voor maatschappelijke ontwikkelingen en uitdagingen!
Laat de interne aanpassingen gebeuren waar ze moeten gebeuren: onderop, op de werkvloer, door de mensen die de verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen. Dit vertrouwen win je niet door te roepen dat we allemaal zo goed bezig zijn, maar alleen door daadwerkelijk de problemen op de werkvloer te laten oplossen, met vallen en opstaan, met onderlinge communicatie, maar niet met van boven af opgelegde protocollen en keurslijven. Zonder echt vertrouwen is de daadkracht van deze University of Internal Affairs vergelijkbaar met die van het Ministry of Silly Walks…