Persvrijheid is geen vanzelfsprekendheid meer in Nederland, zei Ruth Kronenburg, directeur van Free Press Unlimited precies een jaar geleden tegen de Volkskrant. Nou denkt u bij ‘persvrijheid’ misschien aan Russische toestanden en oorlogen in het Midden-Oosten. Toch blijkt dat Nederland behoorlijk gedaald is van op de internationale prijsvrijheidsindex van Verslaggevers zonder Grenzen: van plek 6 naar plek 28. Dat had deels te maken met een andere manier van meten, maar vooral met de moord op Peter R. de Vries.
Wat steeds meer een tendens is: de intimidatie en druk die instanties en burgers uitoefenen op journalisten. Dat kan leiden tot censuur of zelfcensuur. Als de druk maar genoeg wordt opgevoerd, en zelfs tot bedreigingen leidt aan het adres van de journalisten, dan worden bepaalde onderwerpen vanzelf gemeden om over te publiceren. Dat is funest voor een democratie als de onze.
Persvrijheid draagt er immers toe bij dat je een eigen mening kunt vormen. Zodat je goed geïnformeerd bent over wat er in de wereld gebeurt, en je daar je eigen keuzes in kunt maken. Zodat de macht van machthebbende instanties en personen gecontroleerd wordt.
Financiële tegenwind
Fijn was het dan ook dat collegevoorzitter Vinod Subramanian vorige week openlijk zijn steun uitsprak aan de onafhankelijke pers, in het bijzonder aan ScienceGuide en U-Today. Niet dat er Russische toestanden spelen aan onze uni, we kunnen godzijdank ons journalistieke vak in alle vrijheid uitvoeren. Maar dat er soms ook aan onze onafhankelijkheid wordt getornd komt in subtielere vormen, en uit andere lagen van de UT-gemeenschap dan die van het college van bestuur. Er is namelijk sprake van steeds meer bemoeienis vanuit de UT-gemeenschap met wat en hoe U-Today haar verhalen publiceert. Het is een tendens die gepaard gaat met de financiële tegenwind, de teruglopende instroomcijfers en de onzekere politieke toekomst.
Hoe kan het dat U-Today kritisch mag zijn, terwijl ze ook door de universiteit betaald wordt?
Vorige week was het zelfs meerdere keren raak qua subtiele bemoeienis. Zoals met die kop waarin het woord ‘omstreden’ werd gebruikt. Voor een UT-lezer was het aanleiding om aan de bel te trekken bij de redactie, ‘want negatieve berichtgeving kunnen we niet gebruiken in een tijd van bezuiniging’. Ook viel een column niet in goede aarde. Want als een studentencolumnist zich schertsend uitlaat over Enschede studentenstad, dan draagt zo’n column niet bij aan verhoging van de instroom, aldus een reactie op sociale media. Overigens werd die reactie later weer verwijderd, maar niet door ons. En ook een verhaal over de schorsing van een campushuisarts was aanleiding om nog even met de redactie te soebatten over de kop. In alle drie gevallen gaf de redactie overigens geen gehoor aan de ‘klachten’.
Spanningsveld
Angst voor ‘verkeerde’ beeldvorming speelt hier een rol. En die angst groeit in onzekere tijden. Jammer is het wel dat de journalistiek dan onder een vergrootglas komt te liggen. Hoe kan het dat U-Today kritisch mag zijn, terwijl ze ook door de universiteit betaald wordt? Het is het spanningsveld waarbinnen een onafhankelijk universiteitsblad moet opereren. Je bent niet de stem van de universiteit, maar er wel aan verbonden, zo zei ooit collega-hoofdredacteur Ries Agterberg van DUB. Een universiteitsmedium is er in de eerste plaats voor de studenten en medewerkers van de universiteit. Bij elk verhaal dat U-Today publiceert vragen wij ons af wat de relevantie is voor de student of medewerker. Het draait dus niet om de vraag wat de universiteit wil vertellen.
Bemoeienis zoals wij die kennen staat natuurlijk bij lange na niet in verhouding tot de onderdrukking en intimidatie van collega-journalisten, die daardoor niet meer in vrijheid hun vak kunnen uitoefenen. Maar bemoeienis is de onschuldige variant van iets dat kan uitgroeien tot kwalijkere zaken zoals pressie. En daar waken we voor. Journalistiek is de waakhond van onze samenleving.