Aan gespreksstof heeft Maarten van Aalst aan de borreltafel zelden gebrek. Zijn onderzoek betreft een onderwerp dat juist nogal eens tot verhitte discussies leidt: klimaat en rampen. Hoe kunnen we de risico’s op humanitaire rampen, veroorzaakt door klimaatverandering, inschatten en wat kunnen we doen om ons weerbaarder te maken voor de gevolgen?
Als het gaat om de anticipatie op rampen, toont de mens zich nogal hardleers, vertelt de hoogleraar. ‘Elke dag houden we rekening met het weer. Is er regen voorspeld, dan nemen we een paraplu mee, of trekken we een regenjas aan. Maar we houden relatief weinig rekening met extreme weersomstandigheden die zeldzamer zijn. We denken: het zal mijn tijd wel duren. Pas na de overstroming van 1953 kwam de waterkering hier hoog op de agenda te staan en hebben we enorm geïnvesteerd in de Deltawerken.’
Van Aalst spreekt niet zo graag over ‘natuurramp’, omdat de ramp weliswaar het gevolg is van een natuurfenomeen, maar eigenlijk vaak veroorzaakt wordt door menselijk handelen - of juist niet handelen. De storm Harvey zorgde in 2017 voor een enorme ravage in Houston. En inderdaad, zegt Van Aalst, klimaatverandering maakt de kans op extreme regenval als toen drie keer zo groot. ‘Maar de stad is ook enorm uitgebreid, met veel asfalt en beton, waardoor het regenwater niet weg kon. De Amerikanen hadden veel kunnen doen om de overstroming minder erg te laten zijn.’
Misverstanden over zijn vakgebied zijn er genoeg. ‘Het zal wel meevallen, de overheid lost het wel op, we vinden wel een technische oplossing’, somt Van Aalst op. ‘We verhogen de zeedijken en ontdekken vervolgens dat juist de rivieren zouden kunnen overstromen. Dan geven we ruimte aan de rivieren en blijkt in de zomer dat we water juist beter moeten vasthouden vanwege de droogte. We denken veel te lineair.’
Dat we als rijk land onze zaakjes op orde denken te hebben, wil sowieso niet alles zeggen, vervolgt de hoogleraar. ‘Nederland is erg verweven met de rest van de wereld. Toen er overstromingen waren in Thailand, sloten de elektronicafabrieken. Daardoor ontstonden op andere plaatsen in de wereld problemen met de productie van mobiele telefoons. En als in Australië en Rusland de oogsten mislukken, gaan hier de prijzen omhoog en volgt er in sommige Afrikaanse landen hongersnood.’
Toch vallen er tegenwoordig, ondanks de toename van extreme weersomstandigheden, minder slachtoffers dan in de jaren zeventig. ‘In die tijd zorgde een cycloon in Bangladesh voor honderdduizenden sterfgevallen. Het afgelopen jaar werden voorafgaand aan de cycloon miljoenen mensen geëvacueerd, waardoor er maar 120 doden vielen.’
Anticipatie, op tijd in actie komen, is dus van levensbelang. Als directeur van het Red Crescent Climate Centre van het Rode Kruis en als lid van het klimaatpanel IPCC tracht hij zulke kennis naar beleid en praktijk te brengen. Zijn adviezen vallen niet altijd in vruchtbare grond, vertelt hij. ‘De Summary for Policy Makers van elk IPCC rapport wordt door overheden bekrachtigd en dus zin voor zin uitonderhandeld. Sommige landen gaan vol op de rem staan, bijvoorbeeld omdat ze de invloed van de mens liever niet zo sterk benadrukt zien. Je moet dan als wetenschapper heel stevig in je schoenen staan om die ongemakkelijke waarheid voor het voetlicht te brengen. Ik vind dat wel mijn rol als wetenschapper.’
Pittige discussies gaat hij dan ook niet uit de weg. Wel is het soms lastig om de middenweg te vinden tussen wetenschappelijke nuance en overtuigingskracht. ‘Natuurlijk wil ik recht doen aan de wetenschap, maar als ik een wetenschappelijk correct betoog houd van een halve pagina en de toehoorder snapt er niks van, dan is dat volkomen zinloos. Ik vind het belangrijker dat wat de ander onthoudt, correct is.’