‘Laten we eerlijk zijn’, zegt hoogleraar Healthcare Operations Management Erwin Hans, ‘de studie technische bedrijfskunde gaat in belangrijke mate over hoe we bedrijven nog meer geld kunnen laten verdienen.’ Tegelijkertijd ziet hij dat zijn studenten graag méér doen dan dat. ‘Heel veel studenten vinden het gewoon gaaf om hun kennis te gebruiken om maatschappelijke impact te maken.’
Zijn leerstoel biedt daartoe genoeg mogelijkheden. Hans richt zich namelijk op een onderwerp dat vaak ter sprake komt bij de borreltafel: efficiëntieverbetering in de zorg. Wil je je gal spuwen over ellenlange wachtlijsten, knoop dan vooral een praatje met hem aan. Verwacht alleen niet dat hij volmondig instemt als je pleit voor meer handen aan de bedden, of meer geld naar de zorg. Daar ziet hij weinig brood in. ‘Meer geld, meer capaciteit in de zorg, het lijkt het panacee tegen alle logistieke problemen. Ook dit jaar gaan er weer miljarden extra naar de zorg en het gevolg daarvan is dat men niet anders gaat werken: we gaan de inefficiëntie opschalen.’
Dat kan volgens hem anders en wel door staf, ruimtes en apparaten slimmer te gebruiken en de zorgvraag beter te voorspellen. Dan is uiteindelijk juist minder personeel nodig. ‘De zorg is heel erg bezig met brandjes blussen, hollen of stilstaan. Wij kijken met een helikopterview naar de zorg en proberen meer vooruit te kijken in de tijd: hoe druk gaat het worden over een paar weken?’
Als voorbeeld noemt Hans het ‘blokkenschema’, een methode om operatiekamers in te roosteren. In dat schema, dat zich wekelijks of tweewekelijks herhaalt, is vastgelegd welk specialisme op welke dagen gebruikmaakt van de operatiekamers. ‘Als de orthopeden weten dat ze op maandag vijf operatiekamer-dagen hebben, krijgt ook het beddenhuis maandag al die patiënten. Het blokkenschema bepaalt hoe de patiëntenstroom door de keten gaat, maar niemand weet nog hoe die schema’s ooit zijn ontstaan.’ Doordat alle zorgstappen om de blokkenschema’s heen worden gepland, ontstaan er ontstoppingen. ‘Stel, ze plaatsen ergens in de Rijn in Duitsland een dam en laten die vollopen. Eens per week gooien ze hem open en komt die hele klets in een keer naar Nederland toe. Dan krijg je overstromingen - helemaal als ze ons niet laten weten wanneer ze dat doen.’
Door de schema’s slimmer in te richten, kunnen patiënten volgens de hoogleraar veel gelijkmatiger doorstromen, wat de werkdruk fors zou verminderen. Dat vergt alleen wel behoorlijk wat rekenwerk, een gesmeerd ict-systeem en probleemloze uitwisseling van data tussen de allerlei zorgonderdelen. En laat dat nou net de achilleshiel van ons zorgsysteem zijn. Bovendien staat niet iedereen om verandering te springen. ‘Als je je ermee gaat bemoeien, krijg je al snel een heel zware discussie’, weet Hans. ‘Ze kunnen altijd het argument aanvoeren: die grotere capaciteit hebben we nodig, want kijk eens hoeveel patiënten we hebben en hoe lang ze nu al moeten wachten! Ook de industrie die erachter zit - de producenten van medische technologie, de ICT, de farmaceutische industrie - is gebaat bij meer geld. Het is een miljardenindustrie en gewone burgers moeten het opbrengen.’
Toch is Hans optimistisch over de toekomst. ‘Je ziet dat de technologie steeds meer doordringt, steeds meer van onze alumni werken in ziekenhuizen. Kijk, een onderzoek doen leidt tot publicaties en prijzen en congressen, dat is allemaal leuk, maar hier gebeurt het. Hier realiseren studenten zich: oh, shit dit gaat ook over mij, ik heb als oudere straks ook zorg nodig. Zij raken gemotiveerd om zich hierin te verdiepen, hierin af te studeren en hun kennis toe te passen in de praktijk. Dat is het belangrijkste wat ik kan bereiken.’