Waar? ‘Ik zit in Zuid-Korea. Daar volg ik vier weken lang een summerschool aan de Hanyang University in Seoul.’
Wat? ‘Van maandag tot en met donderdag heb ik een drietal vakken: Global Ethics, Organizational Behavior en Psychology.’
Waarom? ‘Ik studeer Advanced Technology en ik wilde wel eens proeven aan andere vakken. Maar de belangrijkste reden om aan deze summerschool deel te nemen, is dat ik buiten mijn comfortzone wilde treden. Op de UT zag ik buitenlandse studenten die te maken kregen met een cultuurshock en dat wilde ik ook eens meemaken.’
Gelukt? ‘Ja, toch wel. De contrasten hier zijn groter dan in Nederland. Ik maak iedere dag een wandeling van twintig minuten naar de universiteit en dan zie ik mensen karton verzamelen om rond te komen. Eenmaal aangekomen bij de ingang van de universiteit, loop je door een grote, gouden boog naar binnen. Deze vorm van ongelijkheid is in Nederland minder groot.’
Wat valt je verder op? ‘De vakken gaan in een lager tempo dan in Nederland: echt heel uitdagend is het niet. Ik vind het wel interessant om met mensen uit Singapore of China te discussiëren over ethische dilemma’s. Met medestudenten gaat die Engelse communicatie oké, maar daarbuiten is het soms lastig. Het gros van de informatie is in het Koreaans. Dan gaat het soms met handen en voeten. Maar heimwee? Nee, totaal niet.’
Summerschools
Hoeveel UT-studenten er in de zomer naar het buitenland vertrekken, is niet precies bekend. ‘Wij krijgen aanbiedingen van andere instellingen voor hun summerschools en brengen deze onder de aandacht van studenten’, vertelt Sarah Kotter, Exchange Officer van de faculteit TNW. ‘De studenten regelen het vervolgens helemaal zelf. Ook krijgen studenten geen beurs vanuit de UT voor hun summerschool. Het is vooral een leuke manier om in een korte periode kennis te maken met het buitenland.’
De UT wil de deelname van studenten aan zomerscholen beter gaan registeren. ‘We werken aan een centraal registratiesysteem’, zegt Jitske Rijken, Exchange Officer van de faculteit EWI. ‘Als studenten studiepunten voor de reis willen, moeten ze het opgeven.’ Hoe populair het onder studenten is, durft Rijken niet te zeggen. ‘Nu is het zo, dat studenten het in hun eigen vrijetijd doen. Ik krijg er nauwelijks vragen over.’
Waar? ‘Ik volg mijn summerschool in China aan de University of Science and Technology of China (USTC).’
Wat? ‘Ik doe het traject Future Scientist International Summer Camp (FSISC). Dat bestaat in mijn geval uit verschillende, scheikundige vakken, maar we krijgen ook les over de Chinese cultuur, zoals de taal en het drinken van traditionele Chinese thee.’
Waarom? ‘Ik kreeg een mailtje vanuit de UT met het aanbod. Dat leek mij wel wat, want ik wilde graag een keer naar China. Toen heb ik mij min of meer spontaan opgegeven en werd ik uitgekozen. De kosten worden gedekt met een beurs van USTC. Dat is trouwens wel een grappig verhaal. We moesten de summerschool zelf voorschieten. Eenmaal in China, kregen we het bedrag in cash terugbetaald. Dus iedereen liep met stapels bankbiljetten. Nu wachten we op een gunstig moment om het in te wisselen.’
Wat valt je op? ‘Op straat is iedereen druk en op zichzelf. Mensen zijn heel gedisciplineerd en werken hard. Vaak van negen uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds. Wel doen ze dutjes tussen de middag. Van mij mogen ze dat op de UT ook wel invoeren: een soort slaapzaal in de UB, dat lijkt mij wel wat.’
Bevalt het? ‘Ja, ik kan het iedereen aanraden. We hebben best veel vrijetijd en ik heb al veel dingen kunnen zien, zoals de tempels en de Purple Mountain. Wat ook leuk is: bijna iedereen gaat ’s avonds mee op stap. We blijven toch studenten, hè.’
Waar? ‘Mijn summerschool is aan de University of Tokyo (Todai) in Japan.’
Wat? ‘Ik volg het Engineering Summer Program met 25 andere internationale studenten. Doordeweeks werken we op het lab aan verschillende onderwerpen. In totaal duurt mijn summerschool zes weken en ik heb er nog tien dagen vakantie aan vastgeplakt.’
Waarom? ‘Ik kwam de zomerschool tegen op Facebook. Het land Japan wilde ik altijd al eer keer bezoeken. Alleen vond ik een vakantie iets te duur. Nu kan ik het nuttige met het aangename combineren en zie ik niet alleen de toeristische plekken.’
Hoe bevalt het? ‘Erg goed. Doordeweeks zijn we druk aan het werk, maar we gaan ook vaak uit met de groep. De Japanse omgangsvormen zijn heel anders dan in Nederland. Waar ik op de UT gewoon ‘Kees’ tegen mijn professor zeg, en gewoon zijn kantoor binnenloop, is het in Japan veel hiërarchischer.’
Hoe betaal je zo’n reis? ‘Ik heb een eenmalige beurs van omgerekend 650 euro gekregen van de University of Tokyo. Daar kon ik net mijn ticket voor kopen. De rest betaal ik uit eigen zak, maar dat vind ik niet erg. Het is een unieke ervaring.’