De eerste dertig kilometer van de marathon verliepen goed, vertelt Loendersloot. ‘Maar vanaf dat moment werd het heel pittig. Hoe dat komt? Ik heb geen idee. De weersomstandigheden waren prima en de eerste ronde liep ik nog op schema voor een uitslag rond de 2:36 – mijn streeftijd. Misschien was ik zondag net iets minder fit. In maart liep ik nog een wedstrijd van 30 kilometer in Vorden. Daar was ik sneller, terwijl de omstandigheden minder goed waren.’
Voor Loendersloot is de Enschede Marathon een thuiswedstrijd. ‘Onder het wedstrijdnummer dat op mijn borst is geplakt staat alleen mijn achternaam, maar ik hoorde constant mijn voornaam roepen vanuit het publiek. Bovendien zijn bepaalde stukken van het parcours, zoals over de UT, natuurlijk extra mooi voor mij. Ik ben niet van de massale marathons waar vooraan starten vrijwel onmogelijk is. Daarom kies ik voor Enschede.’
Pieken en herstellen
De afgelopen drie maanden trainde de UT-onderzoeker volop voor de wedstrijd. ‘Ik loop er één per jaar, dus ik zet vol in op deze thuiswedstrijd. In de maanden voorafgaand aan de marathon loop ik iedere ochtend zo’n anderhalf uur en soms pak ik in de avond ook nog een training mee. Dat komt neer op acht, negen trainingen per week en tijdens mijn piekmoment, ongeveer een maand voor de wedstrijd, train ik elf keer per week. Het is voor mij een kwestie van goed plannen. In de periode voor de marathon begin ik meestal om negen uur op de UT. Dan ga ik om kwart voor zeven de deur uit om te trainen.’
Een marathon is een behoorlijke aanslag op het lichaam, weet Loendersloot. ‘Het vraagt heel veel. Ik mag van mijn vrouw maar één marathon lopen per jaar. Na de finish van afgelopen zondag zag ik ook even wazig voor ogen, zo diep ben ik gegaan. Ik kwam weer snel bij, hoor. Maar mijn spieren hebben wel een paar weken herstel nodig. Trouwens, zonder steun van het thuisfront is het vele trainen en het presteren op dit niveau niet mogelijk, dat wil ik wel even vermelden.’
Volgens Loendersloot voelt de periode na een marathon altijd als een zwart gat. ‘Er is een tijdperk voor en na de marathon. Gisteren heb ik voor het eerst weer een beetje gelopen. Nu wil ik mij concentreren op een paar kortere wedstrijden in de zomer. En misschien ga ik in het najaar nog een halve marathon lopen. Waarschijnlijk in Breda – daar schijnen ze een mooi parcours en een goed deelnemersveld te hebben.’