Waar zijn passie voor onderwijzen vandaan komt? Rom Langerak weet nog dat hij tijdens zijn dienstplicht als officier met zijn laarzen in de klei stond, instructies over handgranaten te bulderen aan zijn manschappen. Ach, hoeveel anders is het om voor een collegezaal te staan? Allen een luisterend oor. Langerak is luid en vooral duidelijk. Hij kent zijn rol en zijn studenten weten wat ze aan hem hebben.
Langerak is no-nonsense, recht voor z’n raap. Staat vaker wel dan niet met een stok in zijn handen de wiskundige basis van informatica uit te leggen. Hij heeft naar eigen zeggen twee eigenschappen die hem perfect van pas komen als docent. Hij is niet erg slim en hij is slordig… Ja, zijn woorden. Zo weet hij dat hij niet doordraaft in moeilijke dingen. En de slordigheidjes zorgen ervoor dat zijn studenten bij de les blijven.
De universitair docent gelooft niet in modetermen als flipped classrooms en student-driven learning. Als vechtsportfanaat weet Langerak dat de leerlingen sinds jaar en dag het klappen van de zweep leren van een grootmeester. Hetzelfde principe gaat in Oost-Azië op voor het complexe bordspel Go. Voordat een kind zijn eerste steen aanraakt, heeft ‘ie al jarenlang de kunst afgekeken van vaderlief. Langeraks boodschap: er zijn talloze manieren om te leren en als docent moet je je eigen rol niet overschatten. Hijzelf pretendeert niet alle wijsheid in pacht te hebben, maar wie zegt dat een ander dat wel heeft?
Het klinkt alsof Langerak al decennialang als drilsergeant voor de collegezaal staat, maar dat valt reuze mee. Hij neemt die rol aan met een kwinkslag. Verder regeert de laissez faire-mentaliteit. Onderwijs draait niet om bemoeien en bemoederen. De docent vergelijkt het met een kind dat in een boom wil klimmen. Dat verbied je niet. Nee, je laat hem gaan en je staat onderaan de boom om ‘m eventueel op te vangen.
Zo’n rol past het beste bij hem. Hij schroomt ook niet om toe te geven dat zijn studenten in veel dingen slimmer en handiger zijn dan hij is. Daar put hij ook inspiratie uit. Ach, van huis uit is hij geen informaticus, maar een wiskundige. Langerak wordt dolenthousiast van algoritmes die een lastig probleem ogenschijnlijk simpel tot de kern terugbrengen. Nog enthousiaster wordt hij van studenten die zijn passie voor het vakgebied delen. Aan hem de taak om met emotie en passie zijn verhaal te vertellen. Aan de studenten de taak om te willen begrijpen en het nut ervan in te zien. Dát is wederzijds respect.