Programmeren hoeft niet saai te zijn, dat is de overtuiging van Angelika Mader. Al is ze van origine een informaticus, toen de opleiding CreaTe een kleine tien jaar geleden het levenslicht zag maakte ze al snel haar keuze: het plezier dat ze uit het lesgeven aan deze opleiding zou halen, zou ze nergens anders kunnen evenaren. Van die keuze heeft ze tot op de dag van vandaag geen spijt.
Voor Mader was het bij de jonge opleiding zaak om informatica en programmeren op een andere manier aan te bieden dan ze gewend was. Resultaten zijn er nu eerder en vooral ook zichtbaarder. En alles draait om ownership. Want in de klassieke informatica had ze het gevoel dat haar studenten problemen moesten oplossen die ze eigenlijk niet hadden.
De CreaTe-studenten moeten zich in de vakken van Mader zelf probleemeigenaar voelen, zij het individueel of in projectgroepen. Want als iets je eigen probleem is, ben je des te meer geneigd dat probleem zelf – en zo goed mogelijk – op te lossen.
Het past volgens de universitair docent in het concept van tinkering, een methode die ze samen met collega Edwin Dertien onderzocht en toepast. Hoe meer ervaring studenten hebben, hoe minder handvatten ze krijgen. Vervolgens is het aan hen om te ‘spelen’, want daar draait tinkering – letterlijk vertaald knutselen – om. Iedereen heeft immers zijn eigen gereedschapskist van creativiteit en vaardigheden om uit te putten. Laat ze die kist dan maar maximaal inzetten, vindt Mader. Daar hoort vooral veel vrijheid bij.
En dat werpt zijn vruchten af. De docent laat trots werk zien van eerstejaars die net hun eerste module erop hebben zitten. De eindresultaten tonen hetzelfde toegepaste principe, maar ogen totaal verschillend. Van een poppetje dat rondvliegend fruit negeert, maar zijn buikomvang ziet groeien als een hamburger dichterbij komt, tot een Pacman-op-steroïden-scenario.
Of dat werken aan vaardigheden zo academisch is? Juist bij tinkeren leer je volgens Mader vragen te stellen, te observeren, te reflecteren, principes te begrijpen. De CreaTe-docent stelt dat iedere wetenschapper in meer of mindere mate wel aan het tinkeren is. Niet alles draait immers om bestaande theorieën bewijzen of ontkrachten, soms moet je ook per ongeluk iets ontdekken. En bijkomende voordelen zijn volgens haar dat er van plagiaat geen sprake is en dat er veel minder studenten uitvallen in het begin dan bij geijkte programmeervakken.
Mader geniet in ieder geval zichtbaar van het werk van haar studenten. En daar draait het volgens haar vooral om. Wanneer haar studenten opdrachten omarmen, er zich met ziel en zaligheid op storten en met resultaten komen waarmee ze zich kunnen identificeren. Hoe meer haar studenten tot bloei komen, hoe meer Mader geniet. Iets is niet per se goed of fout, het mag ook simpelweg mooi zijn.