Iedere docent komt via een eigen weg op zijn leraarsstoel terecht. De één bewandelt een klassieke route, de ander legt met een opmerkelijke carrièreswitch een onorthodoxe route af. Marcus Pereira Pessôa (52) behoort zonder twijfel tot die laatste groep. Zo’n dertig jaar lang vormde het Braziliaanse luchtruim zijn werkterrein. De Força Aérea Brasileira, de Braziliaanse luchtmacht, was zijn werkgever. De huidige universitair docent bij het ET-departement Design, Production and Management begon al op zijn veertiende aan zijn opleiding bij de luchtmacht. Aangezien de Braziliaanse wet destijds voorschreef dat je na dertig jaar defensiewerk met pensioen mocht, kon Pereira Pessôa op zijn 44e stoppen.
De acrobaat
Zijn werk in Brazilië bestond voornamelijk uit het brengen van medicatie naar onbereikbare gebieden, of het ophalen van zieke mensen. Hij bestuurde Cargo’s en trainers, beide kleine vliegtuigen. Laatstgenoemde had de voorkeur, omdat hij daarin naar eigen zeggen ‘de acrobaat kon spelen.’ Ook bestuurde hij speciale vliegtuigen die controleren of alle apparatuur op het vliegveld werkt bij het landen en opstijgen. Als Pessôa niet vloog, dan deed hij aan de grond onderzoek naar verbeteringen in de techniek van defensiesystemen.
Na zijn defensiecarrière volgde de Braziliaan een postdoc aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT), voor hij in 2016 in Twente neerstreek. Een regio die hij als perfect omschrijft. Terugkeren naar Brazilië doet hij alleen nog als toerist, een vliegtuig instappen alleen nog als passagier. De ingelijste militaire onderscheidingen prijken trots op kantoor. Zijn voormalige carrière ziet hij als herinneringen waar hij met warme gevoelens op terugkijkt, maar hij heeft de bladzijde omgeslagen.
Bescheiden
Op de campus geeft Pereira Pessôa masterstudenten les. In mei 2020 ontving hij een Comenius Teaching Fellow-beurs ter waarde van vijftigduizend euro, omdat hij zich richt op het fenomeen ‘just-in-time leren’. Door informatie vrij beschikbaar te stellen, kunnen studenten zelf kiezen wanneer ze specifieke kennis gebruiken. Recent kreeg hij een nominatie als finalist voor de Centrale Onderwijsprijs. De motivatie luidde: ‘gewaardeerd om zijn bescheiden, vriendelijke en hardwerkende persoonlijkheid.’ Al knipogend geeft hij aan zichzelf níet te herkennen in die motivatie – herkenning zou het compliment ‘bescheiden’ immers misplaatst maken. Maar Pereira Pessôa waardeerde de nominatie, omdat het voor hem betekende dat de klant tevreden is. Dat hij niet won, is niet erg: de nominatie voelde al als winst.
De in Enschede wonende leraar vindt een docent goed als hij ieder jaar zijn lessen aanpast. Want als hij dit jaar hetzelfde vertelt als vorig jaar, dan leert hij studenten het verleden. Aanpassingen zijn noodzakelijk, als was het maar omdat het saai is om jaar in jaar uit dezelfde discussies te voeren. Daarnaast ziet hij het als pluspunt wanneer de leraar probeert geen leraar te zijn, maar een mentor. Close zijn, toegeven als een student iets wel weet en de docent niet, elkaar uitdagen.
Een docent moet zich volgens Pereira Pessôa aanpassen aan methodes die veranderen. Hij noemt de opkomst van internet als voorbeeld. Daar valt altijd meer over een onderwerp te vinden, dan dat jij als docent weet– hoe goed en ervaren je ook bent. Als leraar van masterstudenten beschik je volgens hem alleen over meer ervaring. Daarom leert hij liever samen met studenten en waardeert hij het als een student het niet met hem eens is.
Rang
Die manier van omgang met studenten – met bescheidenheid, naast in plaats van boven hen staan – valt volgens hem te herleiden naar zijn Braziliaanse carrière. Want, zo doceert hij, als je een vlieginstructeur bent, dan kun je een luitenant zijn, een kapitein of een generaal - maar wezenlijk maakt dat voor het lesgeven in het vliegen niet uit. Je hebt respect voor de rang, maar als het om kennis gaat is die rang relatief.
Het is niet de enige les die docent Pereira Pessôa leerde van piloot Pereira Pessôa. Dat het goed is als je een student fouten laat maken, maakte hij zelf mee toen hij zijn test als beginnend piloot moest afleggen. De instructeur legde een hand op zijn schouder en adviseerde hem niet nerveus te zijn, omdat hij alle fouten mocht maken, zolang hij op het einde zelf alles maar onder de knie had. Alle tijd die ze samen hadden was er om te leren.
Caribisch Nederland
Acht jaar geleden ging hij al met pensioen, ondanks zijn jonge leeftijd. Blijven werken is niet noodzakelijk meer, maar Pereira Pessôa denkt nog niet aan stoppen. Zo lang hij plezier beleeft op de campus zal hij blijven. Hij heeft graag slimme mensen om zich heen, ziet dat zijn dochter al meer Nederlands dan Braziliaans is en houdt van het tempo waarmee mensen in Twente leven, met een juiste balans tussen familie en werk. Bovendien, door een leven lang vol reiskilometers voelt toch geen enkele plek echt als thuis voor hem. ‘Ik mis hier eigenlijk maar twee dingen: het strand en de zon. Ik sluit niet uit dat ik ooit naar Caribisch Nederland vertrek.’