'Innovatie: drie zwaaien aan rekstok'

| Redactie

De ondernemingsgezindheid van Nederlandse studenten daalt en dat is alarmerend, zo constateerde SER-voorzitter Wiebe Draijer donderdagmiddag. In de Waaier sprak hij de jaarlijkse innovatielezing van de UT uit. Volgens hem moeten alle scholieren in aanraking komen met een inspirerend voorbeeld van ondernemendheid. Draijer vergeleek de uitdaging voor Nederland op het gebied van innovatie met de rekstokoefening van Epke Zonderland.

Photo by: eric brinkhorst

Ondernemendheid moet op jonge leeftijd al beginnen, zo stelde Wiebe Draijer donderdagmiddag in zijn innovatielezing. Draijer is voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER) én de zoon van Wiebe Draijer senior die in de jaren tachtig een paar jaar rector was van de Technische Hogeschool Twente.

Volgens Draijer (junior) denkt maar een derde van de Nederlandse studenten aan een eigen onderneming. Slechts bij een klein percentage daarvan komt er ook echt iets van de grond. ‘Dat is alarmerend. In de lijstjes staan we op de bodem van Europa’, aldus de SER-voorzitter. Hij merkte bovendien op dat slechts 16 procent van de scholieren in contact komt met een vorm van ondernemendheid. Te weinig, zo stelt hij. ‘Waarom hebben we niet de doelstelling dat iedere leerling in aanraking komt met een inspirerend ondernemend idee? Niet iedereen hoeft ondernemer te worden, maar we moeten wel een verandering in mindset teweegbrengen.’

Turnoefening Epke Zonderland

De uitdaging waar Nederland voor staat op het gebied van innovatie vergeleek Draijer met de rekstokoefening van Epke Zonderland, die drie vluchtelementen achter elkaar volbracht. ‘Drie majeure prestaties op een rij en die moeten allemaal goed zijn wil je slagen.’ De drie innovatiezwaaien zijn volgens de SER-voorzitter fundamentele wetenschap, focus en keuze in de topsectoren en inzetten op maatschappelijke vraagstukken zoals water, voedsel, gezondheidszorg en klimaat.

In de wetenschap doen we het volgens Draijer goed. ‘Geen enkel land ter wereld heeft alle universiteiten in de top 500 staan.’ De focus die wordt aangebracht in de topsectoren noemde hij ‘zinvol’ en ‘essentieel’, want ‘we kunnen niet alles doen, zeker niet op de schaal van Nederland’. Draijer vindt dat per topsector een bepaalde opbrengst tot doel moet worden gesteld. Wordt die opbrengst niet gehaald, jammer, maar dan moet voor andere sectoren worden gekozen.

In de derde zwaai van de ‘innovatie-turnoefening’ valt nog veel winst te behalen, verwacht Draijer. ‘Europa stelt veel geld beschikbaar voor onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken. Wij scoren gemiddeld in het binnenhalen van die gelden. Als koopman van de wereld moet Nederland toch in staat zijn om bovengemiddeld te scoren.’

Twente

Draijer roemde in het slot van zijn lezing het concept van ‘de ondernemende universiteit’, een slogan die overigens al een paar jaar niet meer in het beeldmerk van de UT staat. De UT is volgens de zoon van de oud-rector een ‘fantastische kern’, maar kijk je naar de hele regio, dan behoort Twente tot de middenmoot. ‘We moeten ondernemerschap hier opnieuw enten. Laten we het als regio niet alleen relatief goed doen, maar ook absoluut goed. Dat is de uitdaging die Twente aan moet gaan.’

foto: Eric Brinkhorst

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.