Bijna 1 op de 3 Nederlanders krijgt als gevolg van sportblessures of ouderdom vroeg of laat last van artrose. Artrose is het verslechteren of verdwijnen van kraakbeen, wat erg pijnlijk kan zijn. Op dit moment is artrose nog een ongeneeslijke kwaal en is behandeling gericht op pijnbestrijding. In uiterste gevallen wordt een prothese aangebracht. 'Maar dat is niet de behandeling die ik wil voorstaan. Een prothese moet een laatste redmiddel zijn,' vertelde Karperien. 'Vroeger trok de tandarts bij kiespijn de kies eruit. Tegenwoordig probeert hij eerst de kies te repareren, voor hij tot zo'n drastische ingreep overgaat. Dat wil ik ook doen met het gewricht: eerst proberen te repareren.'
Karperien denkt de oplossing gevonden te hebben in zijn zogenaamde ‘injecteerbare pleister’: biomateriaal met onder meer stam- en kraakbeencellen van de patiënt zelf, dat in het gewricht geïnjecteerd wordt, waarna het zich vasthecht aan beschadigd kraakbeen. Volgens Karperien moet het kraakbeen zich dan binnen een paar weken kunnen herstellen, waarna de patiënt weer pijnvrij kan bewegen.
'In een experiment hebben we een defect in het kraakbeen in de knie van een dood paard opgevuld met de injecteerbare pleister. Het defect werd netjes opgevuld en, nog belangrijker, na het uitharden blijft de pleister ook na vijfentwintig kniebuigingen goed zitten.'
Karperien vertelde in zijn oratie plannen te hebben hetzelfde experiment in het komende jaar uit te willen voeren op een levend paard met artrose. 'En als die proef succesvol verloopt, willen we graag de stap naar de mens maken.' Tegelijkertijd wordt onderzocht wat 'bio-pleisters' kunnen betekenen voor huidbeschadiging, bijvoorbeeld door brandwonden.
In het slotwoord ging Karperien nog even in op de UT en de invoering van het Twents Onderwijsmodel. 'De eerste twee jaren met het nieuwe model hebben nog niet de gewenste resultaten laten zien. We hebben veel ad hoc pleisters moeten plakken, wat inherent is aan een vernieuwingsproces. Er had van tevoren meer aandacht besteed moeten worden aan het vertalen van het concept naar de praktijk. De toekomst zal ons leren of TOM ons gaat helpen de studierendementen te verbeteren.'