Impact op UT van het angelsaksisch model

| Redactie

Het Strategisch Beraad van de UT (CvB, decanen, wetenschappelijk directeuren) was gisteren bijeen om het concept-instellingsplan, ook wel Route14 geheten, vast te stellen. Of dat gelukt is, was bij het ter perse gaan van deze editie niet bekend. Als het allemaal doorgaat staat de UT een aantal stevige veranderingen te wachten. De contouren van de aardverschuiving worden langzaamaan zichtbaar.

Duidelijk is dat wanneer de UT de invoering van het zogenaamde angelsaksische model doorzet - in principe is daartoe vlak voor de zomer op een werkbijeenkomst in Lausanne besloten - de harde knip tussen de bachelor-en masterstudies vorm krijgt binnen een geheel nieuwe structuur. Studenten worden daarin aangeduid als respectievelijk `undergraduates 'en `graduates'. De graduate school is de fase waarin studenten hun master doen en mogelijk - bij gebleken geschiktheid - kunnen doorstromen in een (wellicht versneld) promotietraject.

Er komen scholen voor engineering en voor social science. In de eerste komen alle ingenieursopleidingen zoals die nu door de faculteiten CTW, EWI en TNW worden verzorgd, in de tweede het masteronderwijs van de faculteiten MB en GW. De scholen worden geleid door deans. Of daarmee de faculteiten geheel ophouden te bestaan is niet zeker, wel dat ze een minder prominente rol (dan nu) gaan vervullen. Het lot van de decaan als de grote baas van de faculteit lijkt daarmee bezegeld. De functie heeft zijn langste tijd gehad. De verwachting is dat sommige van de bestaande decanen wordt gevraagd trekker te worden van een van de scholen.

Een nieuw fenomeen in het geheel is de Twente Academy, oftewel een pre university college. Dat is een samenwerkingsverband met scholen in de regio waarbij vwo-leerlingen al in een vroeg stadium worden klaargestoomd voor een studie aan de UT. Aan plannen hiervoor wordt gewerkt.

Nieuw is ook dat de onderzoeksinstituten IBR (van Gedragswetenschappen) en IGS (van Management & Bestuur) niet naast elkaar zullen blijven voortbestaan. Naar verluidt is de directeur van IBR, Erwin Seydel, gevraagd de honneurs bij IGS waar te nemen na het vertrek van Wouter van Rossum (zie UT-nieuws van vorige week). Dit najaar zal worden bekeken wat beide instituten voor elkaar kunnen betekenen en of een fusie zinvol is. Het CvB heeft al laten weten ervanuit te gaan dat er één instituut overblijft. De vier technische onderzoeksinstituten blijven wel stuk voor stuk overeind.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.