Sprünken wil vanuit Japan graag vertellen over zijn stage. Over het waarom is hij duidelijk. `Ik ben dit jaar de enige Nederlandse student die meedoet aan het Europese beurzenprogramma Vulcanus in Japan. En dat terwijl er veertig plaatsen zijn. Hartstikke zonde dus. Veel meer studenten zouden van een jaar Japan moeten genieten.' Sprünken vertelt dat de beurs die hij op zak heeft, wordt verstrekt door het EU-Japan Centre for Industrial Cooperation, een samenwerkingsverband tussen de Europese Unie en de Japanse overheid. `Elk jaar gaan er zo'n veertig Europeanen naar Japan en komen er zo'n twintig Japanners naar Europa. Studenten van alle technische disciplines kunnen meedoen. De beurs voorziet in een talencursus van vier maanden en een stage van acht maanden bij een Japans bedrijf. Woonruimte wordt geregeld en je krijgt een onkostenvergoeding van 15.000 euro. Hiermee kun je je in het dure Japan prima redden.' Sprünken zegt dat hij de beurs gebruikt voor zijn verplichte stage. `Maar veel studenten doen het ook na hun afstuderen.'
De natuurkundestudent was al een tijdje geïnteresseerd in Japan. Op de UT speelde hij regelmatig het bordspel Go, een Japans schaakspel. `Op die manier kwam ik al een beetje in contact met de Japanse cultuur en denkwijze. Deze verschilt erg van onze levensstijl en dat boeide me wel. Na een minor Japanse taal besloot ik mee te dingen naar de beurs.'
Dat het leven in Japan heel anders is dan bij ons, heeft Sprünken al wel ondervonden in de afgelopen twee maanden. `Met name de mentaliteit. Het zet onze westerse levensstijl in ieder geval in een heel ander perspectief. Ik wil niet zeggen dat Japanners het beter voor elkaar hebben. In sommige dingen zijn ze erg bureaucratisch en star.'
Ook `verantwoordelijkheidsgevoel' gaat bij Japanners wel een stukje verder, vindt hij. `Bedrijven bemoeien zich ook met wat hun werknemers in de vrije tijd doen. Dan kan wel eens tot conflicten leiden, als mensen bijvoorbeeld eens flink doorfeesten en de eerste trein 's ochtends naar huis pakken. Het verantwoordelijkheidsgevoel betreft ook de bedrijven als geheel. Hier zijn het niet de aandeelhouders die de hoogste prioriteit hebben, maar de werknemers en de gemeenschap. Er heerst een sterk groepsgevoel. Aan de ene kant leidt dat tot overvolle wandelpaden met grote groepen bergwandelaars, aan de andere kant tot een hechte gemeenschap waarin het mogelijk is om zaken als het broeikaseffect echt tot prioriteit te maken.'
Dat Japanners zo kunnen genieten van de mooie dingen in het leven, is hem ook opgevallen. Volgens de UT-student klagen Nederlanders veel meer. `Over blaadjes op de rails enzo. Japanners trekken er elk weekend op uit in de natuur, om de herfstkleuren te bewonderen. Je moet voor je rust wel even verder lopen dan de eerste beste toeristische trekpleister, maar dan word je ook beloond met wonderschone natuurpracht in de vorm van vuurrood gekleurde bossen en mistige bergmeren.'
Nog een maand, dan zit voor Sprünken de taalcursus er op. Als afsluiting daarvan moet hij een presentatie houden in het Japans, ten overstaan van de andere studenten en betrokken bedrijven. Daarna heeft hij twee weken vakantie. `Ik hoop dan Tokio een beetje meer te kunnen ontdekken.' In januari begint zijn stage bij NTT Basic Research Laboratories, waar hij tot augustus verblijft. `Ik ga me daar bezighouden met de fabricage van silicon nanostructures en vooral de karakterisatie hiervan met behulp van de methodes scanning tunneling microscopy en near field scanning optical microscopy. Maar de precieze invulling is nog niet duidelijk. Ik weet wel dat er voldoende ruimte is om het project naar mijn eigen voorkeuren in te richten.
De student technische natuurkunde heeft het `ontzettend naar zijn zin', maar is ook eerlijk over een stage in Japan: `Niet alles is goed, soms zijn dingen moeilijk of vervelend. Toch is het een hele ervaring om met een groep van veertig Europese studenten in zo'n andere cultuur te zijn. Temidden van de meest vriendelijke mensen die ik ken. Zelfs twee uur per dag in een volgepakte trein staan went dan.'
Daan Sprünken vindt dat veel meer studenten een stage in Japan zouden moeten doen.