Wat bedoelen publicisten over de Twentse historie met het volkskarakter van de Twentenaren?
'Historici hebben het niet zo op volkskarakter. Wij spreken liever van
mentaliteits- en ideeëngeschiedenis. Rituelen en groepsprocessen zijn in die opvatting niet iets wat vastligt maar zijn onderdeel van maatschappelijke veranderingen. Daar kunnen allerlei factoren aan ten grondslag liggen maar in de praktijk gaat het doorgaans om een samenstel van oorzaken.
'Er zijn echter ook mensen die beweren dat er sprake is van een verinnerlijkt, statisch groepskarakter waar je bewoners uit bepaalde landen of streken aan zou kunnen herkennen. Twentenaren worden in deze opvatting gekarakteriseerd als: wantrouwig ten opzichte van onbekenden, weinig uitbundig in gedrag, zuinig met geld en woorden, en niet in de laatste plaats als fatalistisch. Bij dat laatste speelt mee dat een Tukker veel ontzag zou hebben voor 'Hoge Heren'. Ik vind dat allemaal je reinste flauwekul.'
Waarom maken ze zich daar zo druk om?
'Mensen willen ergens bijhoren, zeker in deze tijd van regionalisme. Europa is velen te groot. Ze willen zich af kunnen zetten via een wij contra zij tegenstelling.
'Dat heeft rare gevolgen. Inwoners van de wijk Pathmos in Enschede willen niet veel te schaften hebben met bewoners van 'goudkust' Stokhorst en omgekeerd. In Almelo zouden `beetwortelen' wonen en in Borne 'melbulen'. Zo zou er ook een onderscheid zijn tussen Tukkers en niet-Tukkers, Nederlanders en Duitsers enzovoorts. Aan dit soort onzinnige tegenstellingen ontlenen mensen nog maar al te vaak hun identiteit.'
Welke bezwaren heb jij daartegen?
'Voor mij riekt het teveel naar chauvinisme en nostalgie. Een "Blut und Bodem" opvatting ligt dicht om de hoek.'
Voor welke karakterisering van de Twentenaar kies jij liever?
'Twentenaren hebben helemaal geen mythe nodig over een volkskarakter om
zich verbonden te voelen met hun streek als woon- en werkomgeving. Wat we
wel nodig hebben is dat in Twente de ramen en deuren 'los' worden gedaan, dat de inwoners zich voor een feest 'andersom' aantrekken, dat iedereen bang is dat de vleeswaren 'kapot' gaan en dat de soep met een 'sleef' wordt opgeschept.
'Kortom. Ik hoop dat er ruimte blijft voor het handhaven van een bepaalde klankkleur en van begrippen zowel als rituelen die je hier in Oost-Nederland wel en elders niet aantreft. Een beetje streekeigen dynamiek is even prachtig als het kenmerkende coulissenlandschap van Twente. Tenminste, als je ook dat weet te relativeren.'