De minister heeft de meest recente aanvragen voor nieuwe opleidingen streng beoordeeld. Bij het HBO (66 aanvragen) had de Adviescommissie Onderwijsaanbod (ACO) hem geadviseerd tien aanvragen goed te keuren. Dat zijn er slechts zes geworden: journalistiek en voorlichting (De Vijverberg-Felua), small business (Enschede), technisch commerciële textielkunde (idem), computertechniek (Venlo), bewegingsagogie/psychomotorische therapie (Windesheim Zwolle) en milieutechnologie (IJsselland, recent positief ACO-oordeel). Deze opleidingen mogen in september 1996 beginnen. Vier hbo-aanvragen werden toch door Ritzen afgewezen omdat hij 'ernstige twijfels' had over hun ondoelmatigheid: bestuurskunde/overheidsmanagement bij de hogeschool Enschede en de Haagse hogeschool (wegens noodzaak nadere afspraken capaciteitsverdeling), medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken (Hhs Groningen, vanwege onduidelijke stagecapaciteit) en hoger toeristisch en recreatief onderwijs (chr. hogeschool Noord-Nederland, wegens capaciteit arbeidsmarkt). De hbo-opleiding docentschap drama aan de hogeschool voor de Kunsten in Utrecht is na een uitspraak van Raad van State inmiddels alsnog goedgekeurd.
Bij de universiteiten werden drie van de vijf aanvragen door minister Ritzen gehonoreerd: de Universiteit Utrecht mag in september 1996 beginnen met een opleiding planologie. Ook stemde de minister in met de verhuizing van de lerarenopleidingen algemene economie en bedrijfseconomie van Tilburg naar de Katholieke Universiteit Nijmegen. Twee gezamenlijke aanvragen werden afgewezen: biomedische technologie (Rijksuniversiteit Limburg in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven) en de lerarenopleiding Turks (Rijksuniversiteiten van Leiden en Utrecht). De ACO had positief geadvsieerd over Turks. Minister Ritzen vond de samenwerking echter te ingewikkeld. Deze zou eerst drie jaar in Leiden worden gegeven en daarna naar Utrecht gaan.