Twentse bedrijfskunde doet het goed, werkdruk hoog

| Redactie

De opleiding technische bestuurskunde van Delft en de opleidingen technische bedrijfskunde van Eindhoven en Twente zijn goed. Bij alle opleidingen neemt het onderwijs naast het onderzoek een volwaardige plaats in. Dat concludeert de visitatiecommissie Technische Bedrijfskunde.


De verschillen tussen de drie opleidingen komen vooral naar voren in de balans tussen Basic Sciences, Technologie en Gedragswetenschappen. De commissie ziet TBK op de UT als het meest gedragswetenschappelijk, de opleiding in Eindhoven als het minst. De opleiding TBK van de Rijksuniversiteit Groningen die recent is gestart en als proef meedeed lijkt in vergelijking met de andere drie het meest bèta.

Volgens de commissie is technische bedrijfskunde een `eigenstandig terein' geworden dat zich vanuit de oude disciplines heeft ontwikkeld naar een meer interdisciplinair vakgebied. Wel constateert de commissie spanningen tussen het multidisciplinaire onderwijs en het vaak noodgedwongen disciplinaire onderzoek. De status van multidisciplinair onderzoek is -nog- ondergewaardeerd.

De commissie schrijft in haar rapport over Twente dat de opleiding TBK onder `moeilijke omstandigheden' opereert zoals de brand, reorganisaties en vier decanen in zeven jaar. In verband met de brand is de commissie niet al te streng als het om ICT en voorzieningen gaat. Die zijn `normaliter ruim voldoende, maar nu wat krap'. Ernstiger is de aanhoudend hoge werkdruk bij de staf. Die werkdruk heeft te maken met geld, meent de commissie. De opleiding heeft minder middelen in vergelijking met de andere drie. Op die manier is het `lastig' om een `volwaardige opleiding TBK op te zetten'. De opleiding heeft volgens de commissie een meer strategische richting nodig -een eigen profiel- ook om zich helderder te kunnen positioneren naast de opleiding bedrijfskunde. De commissie is tevreden over het onderwijskundig concept en het niveau. `De opleiding heeft het onderwijskundig goed voor elkaar, beter dan de anderen.' Het personeel wordt competent en gemotiveerd genoemd. Twente scoort voorts hoog op de onderwijsleeromgeving, instroom, kwaliteit van de afgestudeerden en studeerbaarheid.

Delft komt als beste uit de bus als het gaat om faciliteiten en voorzieningen en om de effectiviteit van de organisatie en de kwaliteit van de staf. De commissie beveelt de Delftse opleiding aan om bedrijfseconomische aspecten meer plek te geven. Ook ontbreekt een integraal toekomstperspectief.

In Eindhoven mist de commissie de `bezieling' in de staf die zij elders wel aantrof. `Het lijkt geen team', oordeelt de commissie. Ook zou ze de positie en de invulling van de maatschappijwetenschappen beter willen zien. Maar ook: `De ernst en de diepgang van de opleiding dwingt respect af'. Het is een `echte ingenieursopleiding'. Bovendien is de opleiding het best geïnternationaliseerd van allemaal.

In Groningen mogen ze stilletjes feest vieren. De opleiding technische bedrijfskunde van de RUG deed voor spek en bonen mee, want ging pas in 2002 van start. Ondanks enkele stevige minpunten heeft de commissie opvallend veel vertrouwen in de toekomst van de opleiding. De leiding van de jonge studie is heel enthousiast, merkte de commissie. Helaas geldt dat nog niet voor alle docenten. Daardoor mist de opleiding misschien enig draagvlak. Stel je voor dat de voortrekkers wegvallen, waar blijft de opleiding dan? Dat is in de ogen van de commissie het voornaamste minpunt.

HOP/UT-Nieuws


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.