Het Utrechtse college van het bestuur heeft met de zittende decanen overeenstemming bereikt over dit plan, dat als doel heeft een slagvaardiger bestuurlijke organisatie van de universiteit te realiseren. Volgens het CvB is er behoefte aan een verdere professionalisering van de leiding op het niveau van de faculteiten. Daarnaast biedt de clustering meer duidelijkheid over de zeggenschap van de decanen bij de - sterk toegenomen - multidisciplinaire onderwijs- en onderzoeksinitiatieven.
Ook de ondersteunende diensten gaan op de schop. Elk van de zeven nieuwe groepen krijgt een hoogwaardige eigen staf voor personeelszaken, financiën, communicatie en ict. Voor de uitvoerende taken op het gebied van financiën wordt gedacht aan de vorming van één universitair administratiekantoor. Volgens het Utrechtse CvB heeft de bestuurlijke vernieuwing geen gedwongen ontslagen tot gevolg, worden bestaande faculteiten niet opgesplitst en blijven de oude decanen als 'vakdecaan' op hun post. De nieuwe bestuursstructuur wordt begin 2003 ingevoerd.
De nieuwe groepering van faculteiten die college en decanen voor ogen hebben ziet er als volgt uit: Wiskunde en Natuurwetenschappen (een clustering van de faculteiten scheikunde, biologie, wiskunde & informatica, natuur- en sterrenkunde), Biomedisch (diergeneeskunde, farmacie, biomedische wetenschappen en het gemeenschappelijk dierlaboratorium), Medisch (geneeskunde, academie voor gezondheidszorg), Sociale wetenschappen (sociale wetenschappen, lerarenopleidingen), Recht, economie en bestuur (rechten, Utrecht School of Economics, Utrechtse School voor bestuur- en organisatiewetenschap) en Humanoria (letteren, godgeleerdheid en wijsbegeerte). De zeven groepen herbergen ruim 22.000 studenten. Zoals bekend heeft de UT zich ook voorgenomen het aantal faculteiten te halveren. Ter vergelijking: aan de huidige tien UT-faculteiten studeren ruim 6100 studenten.
