Sandra Pool
13.30 Op het hoofdveld van voetbalverenging Den Ham spelen de heren van het tweede elftal van Drienerlo tegen de thuisploeg. Een toevalstreffer dat zowel het eerste als het tweede het vandaag moeten opnemen tegen dezelfde tegenstander. De supportersvereniging greep dit gelukje aan om met een bus vol groenwitters af te reizen naar het dorp van de gemeente Twenterand. ‘Een prima zaterdagmiddagbesteding,’ concluderen ze zelf tevreden op de tribune. Vlag, trommel en muziekinstallatie zijn mee.
13.45 Trainer van de twee elftallen (en van de dames), Frank Eulderink, schuift aan bij de supporters. ‘Dit is een dag die je bij een burgerclub nauwelijks meemaakt. We moeten hiervan optimaal genieten. We zijn vorig jaar gepromoveerd naar de derde klasse en dingen nu al mee naar het kampioenschap. Onze kracht? We zijn voetballend het beste team. We zijn op oorlogssterkte. Iedereen is fit. De jongens gunnen elkaar wat. Er zitten weinig ego’s in het team. Dat past denk ik wel bij de universiteitswereld. Soms is het te lief, dan missen we een ratje die tot aan het gaatje gaat. Aan de andere kant ben ik er trots op dat het er zo keurig aan toe gaat op het veld. In de drie jaar dat ik bij deze vereniging trainer ben, heb ik pas één keer – vorig jaar – een schorsing meegemaakt.’
14.00 Hbo-student Rogier Lodder kijkt samen met de clubmascotte, een ijsbeer met rugnummer twaalf, naar de verrichtingen op het veld. ‘De verwachtingen van vandaag? In de bus zeiden we nog we gaan met zes punten naar huis. Dat wordt lastig. Het tweede staat namelijk met 1-0achter.’ De ijsbeer blijft optimistisch, zoals dat een echte mascotte betaamt: ‘We komen voor de winst.’ Lodder over hem: ‘Als studentenvereniging hebben wij geen pupil van de week voor de aftrap. Bij ons doet iemand dat van de supportersvereniging. Verkleed als ijsbeer.’ De knuffelbeer: ‘Ik ben hartstikke happy. Heerlijk warm dit pak.’ Hij staat op en vertrekt richting kantine, maar niet voordat hij woest zwaaiend met zijn armen de rest van het supportersgilde brullend aanspoort vooral niet stil te blijven zitten.’ Ondertussen gaat de laatste minuut van de wedstrijd in. Een vrije trap voor Drienerlo. Die ploft keurig achter de doellijn. Eindstand: 1-1.
14.20In de kleedkamer volgt de laatste bespreking. Dat er wat op het spel staat, is voelbaar. Strakke, geconcentreerde gezichten. Inloopshirtjes gaan uit. Het groenwitte tenue gaat aan. De veters worden nog een keer stevig aangetrokken. De ogen zijn gericht op de trainer. ‘Bewaar die rust,’ maant deze. ‘Laten we ons eigen spelletje spelen en raak niet meteen in paniek als dat niet lukt. We zijn trefzeker, dus het komt wel.’ Luid gejoel en geklap. Klaar voor de strijd.
14.30 Terwijl de spelers zich in het zweet werken op het veld, wordt het op de tribune steeds vrolijker. En dat zonder alcohol. Biertjes langs de lijn mogen niet, blijkt wanneer een Den Ham-supporter de jongens terecht wijst. Tussen beide supportersgroepen volgen wat discussies over accenten, plat proat’n en onverstaanbare zinsneden.
15.15 ‘Het is een gelijk opgaande wedstrijd,’ spreekt de coach zijn jongens toe in de rust. ‘Optisch gezien zijn zij sterker, maar ze gooien er alleen maar lange ballen overheen in de hoop dat-ie een keer goed valt. Voetballen doen ze niet.’ Vervolgt: ‘Ze zijn sterk in corners, wees daar scherp op.’ Over zijn team: ‘We wachten te lang. Je krijgt geen tijd. Zij zitten er kort op. De omschakelmomenten, daar draait het vandaag om. Die zijn beslissend.’ Tot slot: ‘Er moet een schepje bovenop als we willen winnen. Ze zijn geen wonderploeg, het kan zat.’
15.30 Met die bemoedigende woorden in het achterhoofd beginnen de elf spelers aan de laatste ronde. Ook de twaalfde man laat het er niet bij zitten. ‘Wij zijn wit, wij zijn groen. Wij zijn strakjes kampioen,’ schalt het vanaf de zijlijn. Mark de Roij vertelt dat de supportersvereniging tachtig leden heeft. ‘Ooit begonnen als grap en nu organiseren we na elke thuiswedstrijd een activiteit voor de thuisspelende ploegen.’ En een bus naar belangrijke duels. ‘Dat is nodig. Een steuntje in de rug voor de jongens om net een stapje extra te zetten.’
15.45 Wissel bij vv Drienerlo. Een middenvelder eruit, een aanvaller erin. Een gouden greep, zo blijkt. De wedstrijd buigt 180 graden om in het voordeel van de Enschedeërs. Met meteen een doelpunt voor de verse aanvaller. Het is zijn eerste balcontact. Het clublied wordt ingezet. Vijftig man sterk zingt op de deun van Mooi man: ‘Ja dat is vv Drienerlo, het leven dat is wit en groen lalalalala. vv Drienerlo, zuipen als een dolle en we worden kampioen.’ De toon is gezet. Drie doelpunten volgen. Het vertrouwen van de supporters groeit tot ongekende hoogte: We worden wereldkampioen. We worden wereldkampioen...
16.00 Het eindsignaal klinkt. Spelers en supporters vieren feest. Nu wel met bier. Beter kun je je niet wensen,’ aldus een tevreden trainer. Serieus: ‘Maar we zijn er nog niet. Zoals altijd zijn de laatst competitiewedstrijden zwaar. We hebben er nog drie te gaan.’ Met één punt los van Den Ham. Dat dan weer wel.’