Peiling: Een tophoogleraar mag best boven de balkendenorm verdienen
Een hoogleraar aan een Nederlandse universiteit ontvangt volgens de cao maximaal 8622 euro per maand. Dat komt neer op ruim 120.000 euro per jaar. Over 2010 verdiende één UT-hoogleraar bijna een ton meer en dat is ruim boven de zogenaamde balkenendenorm van 193.000 euro. Stemmers op de stelling op onze website zijn verdeeld. De hoogleraren zelf ook. Paul de Kuyper Cees Glas, hoogleraar methodologie: ‘Als een toponderzoeker in het bedrijfsleven een marktwaarde zou hebben die zo hoog ligt, dan vind ik dat je zeker zoveel mag verdienen. Maar twee ton is verschrikkelijk veel geld, dus het moet echt een goede hoogleraar zijn. Dat het publiek geld is, vind ik een slecht tegenargument. Dat is sowieso een argument tegen de balkenendenorm. Ook in het publieke domein moet je goede mensen kunnen aantrekken. Ik kan me voorstellen dat in bepaalde technische wetenschappen mensen echt goed verdienen.’ Albert van den Berg, lab-on-a-chip-hoogleraar en winnaar Spinozapremie 2009: ‘Niet mee eens. Om te beginnen, ik zit gewoon aan het eind van de hoogleraarschaal. Een deel van het salaris van een hoogleraar zit ook in de vrijheid om te doen wat je wilt. Er mag best verschil zijn. Hoogleraren die heel veel betekenen voor een universiteit mogen best meer verdienen. Zeker in het licht van internationale competitie. In landen als Duitsland en Zwitserland verdienen hoogleraren meer dan hier. Er zit nog wel rek tussen de eindschaal van een hoogleraar en de balkenendenorm. Maar dat is voor mij de grens. Je kunt moeilijk zeggen dat je van meer belang bent voor de samenleving dan de minister-president.’ Jurriaan Huskens, hoogleraar moleculaire nanofabricatie: ‘Ik ben geneigd ja te antwoorden. Echte tophoogleraren zijn exceptioneel. Die zou je in uitzonderlijke gevallen ook extra mogen belonen. Ik kan me overigens niet voorstellen dat het college van bestuur het goed vindt dat een hoogleraar meer verdient dan zijzelf.’ Celeste Wilderom, hoogleraar management in publieke en private organisaties: ‘Er is een UFO-systeem (Universitair Functie Ordenen, red.) dat de spelregels bepaalt voor beloningen. Daarnaast zijn er functionarissen die de beloningen aan universiteiten bepalen. De zogeheten remuneratiecommissie van de Raad van Toezicht bepaalt bijvoorbeeld de hoogte het salaris van de leden van het college van bestuur. Het is aan het college van bestuur, decanen en de remuneratiecommissie om de spelregels uit het UFO-systeem te interpreteren. Het ligt dan aan de kwaliteit van hun leiderschap of je afwijkt bij bijzondere verdiensten. Ik ga ervan uit dat dat aan de UT in alle redelijkheid gebeurt. Ik vind dat dit systeem goed werkt, zolang het college, een decaan en de raad van toezicht een hoger salaris met steekhoudende argumenten kunnen verantwoorden.’ Arthur Eger, hoogleraar industrieel ontwerpen: ‘Ik vind dat wij als hoogleraren goed betaald worden. Dat hoeft niet meer te zijn dan de balkenendenorm. Waarom? Dan kom je al gauw bij politieke voorkeur. In een vorige baan had ik een collega die zei dat de hoogstbetaalde in een organisatie niet meer dan vijf keer zoveel zou moeten verdienen als de laagstbetaalde. Iets dergelijks vind ik ook. Maar een factor vijf lijkt me weinig realistisch. Misschien moet dat tien zijn. Dat heeft met eerlijk delen te maken. Ik ben geen communist, maar ook geen doorgeslagen vrijemarktdenker. Ik betwijfel of mensen naar het bedrijfsleven stappen als ze daar meer kunnen verdienen. Zoals ik ook betwijfel of die bonussen helpen. Diegenen die ze ontvangen zullen altijd beweren van wel. Maar zou je zonder bonus echt geen kwalitatieve mensen kunnen aantrekken?’
