Universiteitsbestuurders willen hun vingers niet branden aan politieke uitspraken. Bij de opening van het academisch jaar prijzen ze vooral hun eigen universiteit en moedigen hun studenten aan er het beste van te maken.
De Universiteit Twente opende het academisch jaar in het Muziekcentrum in het Enschedese centrum. Rector Ed Brinksma ging in op de start van het nieuwe Twentse Onderwijsmodel en van het University College Atlas. Daarnaast werden er diverse prijzen uitgereikt.
Frank van der Duyn Schouten, rector-magnificus van de Vrije Universiteit, vroeg zich af: “Waar doen we het eigenlijk allemaal voor?” En daarmee sprak hij een van de meer prikkelende redes uit. “Een student die zich beperkt tot het voorgeschreven studieprogramma doet zichzelf niet alleen tekort”, hield hij zijn toehoorders voor, “maar mist ten diepste de volledige academische vorming.” Bovendien leidt een universiteit “uiteindelijk niet op voor onze maatschappij, maar voor hun maatschappij”. Met andere woorden: we weten nu niet, waar later behoefte aan is.
Ook in de meeste andere universiteitssteden gingen de toespraken over de toekomst van universitaire instellingen en hun studenten. Zij werden door de bestuurders vaak aangemaand hun opleiding niet zomaar voor lief te nemen. Ook internationalisering bleek een geliefd onderwerp.
“The whole world will be available to you”, sprak collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg in Delft tot de studenten in de zaal. Goed nieuws, maar “the flip side of the coin is that you will find yourself in a tougher competitive environment”. Vanaf dag één moeten ze hun opleiding daarom serieus nemen en hard werken, zei hij. Gelukkig zijn ze bij zijn technische universiteit aan het juiste adres: “At TU Delft you will receive an excellent education.”
Hetzelfde geldt overigens voor de TU Eindhoven, waar collegevoorzitter Hans van Duijn “appetite” heeft voor “ambition”. Tijdens zijn openingsspeech stelde hij de zaal voor aan een aantal “great students”. Wat betreft het onderwijs gaat de TU Eindhoven dan ook alleen voor “nothing but the best”. Kortom, hij is een “very proud rector”.
De Universiteit van Amsterdam koos de relatie met grootmacht China als onderwerp voor de opening van het academisch jaar, maar ook Wageningen University etaleerde zijn goede verstandhouding met andere landen en regio’s. Collegevoorzitter Aalt Dijkhuizen sprak in zijn speech over de banden van zijn universiteit met meer dan negentig landen. Er wordt niet alleen samengewerkt met China en de Verenigde Staten, maar ook met staten in het Midden-Oosten en Afrika, vertelde hij trots. Overigens kondigde de best betaalde bestuurder in het Nederlandse hoger onderwijs zijn afscheid aan.
De Maastrichtse collegevoorzitter Martin Paul ziet in al die internationalisering en globalisering niet alleen kansen, maar ook gevaren. Met de opkomst van grootmachten als China, India en Rusland ontstaat een andere vraag naar hoogopgeleide werknemers. “The question is whether traditional universities in Europe and the US can cope with these changes of supply and demand”, aldus Paul. Maar somber is hij niet. Zijn eigen universiteit kreeg van NVAO immers het kwaliteitslabel “International University” en bereidt studenten dus gedegen voor op de veranderende wereld.
Ook andere Nederlandse jongeren hoeven zich daar volgens hem, mits ze hard werken en hun studie serieus nemen, geen zorgen over te maken: “I think that all dutch universities are well equiped to master the challenges to come.”
Aan de grootste universiteit van Nederland, Utrecht, sprak de kersverse voorzitter Marjan Oudeman. Zij was trots op de hoge notering van haar universiteit in de wereldwijde ranglijsten, maar wil de Utrechtse wetenschap graag “een sterkere maatschappelijke rol” laten spelen.