De groep CDA’ers die de UT bezocht bestond onder anderen uit Europarlementariërs Wim van de Camp en Lambert van Nistelrooij, Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt en burgemeester Ellen Nauta van Hof van Twente. Na een korte kennismaking met de universiteit werden ze rondgeleid bij MIRA, het instituut voor biomedische technologie en technische geneeskunde. Ook een bezoek aan het European Centre for Technical Medicine (ECTM) stond op het programma. In meerdere simulatieruimtes kunnen studenten technische geneeskunde zich hier veilig voorbereiden op de praktische kant van hun opleiding.
‘Apparatuur bepaalt of je je diploma krijgt’
Door gebruik van echte apparatuur kan je in het ECTM bijvoorbeeld oefenen met het verwijderen van een galsteen. Een geoefende studente technische geneeskunde deed het voor. Ze vertelt: ‘De simulaties zijn een erg belangrijke oefening in de studie. Dit moet je goed doen, anders krijg je geen diploma.’
Dat het niet zo eenvoudig is als het lijkt, bleek wel toen een van de bezoekers een poging waagde. Het menselijk lichaam is driedimensionaal, maar het scherm waarop je je bewegingen ziet, geeft slechts twee dimensies weer. Diepte bepalen en niet je patiënt doorboren met je operatieapparatuur is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt.
Ondanks dat ‘maar’ gewerkt wordt in een pop en in het luchtledige worden ongeveer alle bewegingen vastgelegd. Er zijn zelfs camera's die de houding waarin je werkt in de gaten houden. De apparatuur kan ook ingesteld worden op een specifieke oefening. Als een student wil zien hoe een lekkende hartklep eruitziet, kan die ziekte eenvoudigweg ingeladen worden en de student kan zien hoe dat er 'in real life' uitziet.
'UT momenteel leider'
CDA-Europarlementariër Lambert van Nistelrooij vindt de door de UT ingezette innovatie een goede ontwikkeling. 'Je als student kunnen specialiseren is heel belangrijk. De UT speelt hier goed op in door de inzet van dit soort ruimtes. Belangrijk hierbij is dat de investeringen die gedaan worden door zowel de regering als de universiteit uiteindelijk het geld waard zijn. Studenten moeten terechtkomen in banen waar ze ook daadwerkelijk iets hebben aan wat ze geleerd hebben. Met die kennis moeten ze hun geld kunnen verdienen. Ik denk dat de UT momenteel leider is in Nederland. Het kan natuurlijk altijd beter, maar ECTM is een goed voorbeeld voor anderen. Meedoen is leuk, maar leider zijn is alles. Bedrijven spelen hier graag op in en willen meewerken. Dat geeft financieel ook weer betere perspectieven. Als dat lukt heb je als universiteit invloed en heb je iets goed gedaan.'