Heusinkveld is al twaalf jaar verbonden aan Kronos. Hij traint de langeafstandlopers elke dinsdag en donderdag en staat ook maandag op de sintelbaan. Over die sintelbaan wil hij gelijk wel wat kwijt: ‘Die moet echt vervangen worden. De baan is zo’n handicap. Als we, vanwege regen, moeten trainen op het kunstgrasveld krijgen de liezen elke keer een opdonder. Iedereen weet dat liesblessures heel hardnekkig zijn.’
Jan (‘Zeg maar jij, dat doen de studenten ook’) roept niet zomaar wat. Zijn werkwijze is goed doordacht en wetenschappelijk gefundeerd. Hij steunt niet alleen op jarenlange ervaring, maar ook op uitgebreide literatuurstudies. Hij gaat graag in gesprek over fysiologie en anatomie met studenten die biomedische technologie of technische geneeskunde doen. Zijn grote wens is meer samenwerking binnen de regio Twente wat betreft het delen van kennis en ervaringen.
De trainer schrijft in verschillende sportbladen voor rubrieken als ‘Voor u gelezen en beoordeeld’, waarmee hij het Nederlandse trainersniveau wil opkrikken. Daarbij schuwt hij afwijkende meningen niet: ‘We doen al een jaar of vier niet meer aan uitlopen. Lactaat (melkzuur), dat vroeger werd gezien als boosdoener, blijkt de spier namelijk aan te zetten tot reparatie en overcompensatie! Werkt als een hormoon.’
Door Kronos werd de coach voor zijn verjaardag verrast met een feest en cadeau, een metronoom die hij kan gebruiken om het loopritme tijdens de training aan te geven. ‘Er is over en weer grote betrokkenheid. Ik heb er destijds op aangestuurd dat we na de trainingen gezellig wat drinken in de kantine. Teamtime is belangrijk.’ Ondanks zijn leeftijd gaat Jan altijd mee naar de wedstrijden van zijn pupillen. ‘Die zijn soms in Groningen of Gouda, op zo’n dag zit ik 400 km lang achter het stuur. Ik zie dat veel leeftijdsgenoten zich langzaam terugtrekken. Je moet gewoon blijven doen! Het is ook een kwestie van durven en volharden.’
Vanwege zijn kunstknie kan Jan Heusinkveld worden uitgetekend op zijn klapstoeltje dat hij elke training bij zich heeft. Hij is een man van spreuken en metaforen. Over het voorkomen van blessures zegt hij: ‘De belangrijkste training is de training van morgen’. ‘Onverstoorbaar’, is een woord dat hij vaak in de mond neemt. ’Als het regent tijdens een wedstrijd, heeft iedereen daar last van behalve jij. Onverstoorbaar.’
Jan krijgt graag feedback van zijn pupillen. ‘Ik ben 75 jaar. Als ik beter wil worden, moet het nu gebeuren. Dus zeg ik: vertel het maar!’