Janine Koning van studentenpartij UReka stelde schriftelijke vragen aan het CvB over de situatie bij de wiskundeleerlijn. ‘Het is ons opgevallen dat er de afgelopen tijd een aantal keer gebruik gemaakt is van online testing om een toets, bonusopdracht of oefenopdracht aan te bieden, waarbij een boek of code gekocht moest worden om deel te kunnen nemen,’ lichtte ze in de vergadering van vanochtend toe. ‘Dan heb ik daarbij twee vragen. Ten eerste: mag het? Ten tweede: is het wenselijk?’ In de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) staat namelijk dat de inschrijving van studenten recht geeft om tentamens af te leggen, omdat daar collegegeld voor betaald wordt.
Grensgeval
Volgens Brinksma gaat het erom dat studenten niet gedwongen mogen worden extra kosten te maken om de opleiding met goed gevolg af te kunnen leggen. ‘Maar er is een grensvlak,’ contstateert hij. ‘Boeken en rekenmachines hoef je bijvoorbeeld niet per se te kopen: je kunt boeken uit de bibliotheek gebruiken en rekenen kan ook zonder machine. Maar ze kunnen je wel helpen, dus worden ze meestal gekocht. Deze toetsen liggen op de legale grens. Je hoeft ze niet te maken, maar ze kunnen je helpen, bijvoorbeeld om bonuspunten te halen.’
Dat wil echter niet zeggen dat Brinksma blij is met de situatie. ‘Of het ook wenselijk is? Volgens mij niet. We streven naar een situatie waarin dit niet voorkomt en ik denk ook niet dat het hoeft. We kijken nu of we een campuslicentie voor de toetsen kunnen krijgen.’ Daar hebben de studenten die de opgelopen tijd al wel moesten betalen voor hun toets niets aan. ‘Gelukkig waren de kosten beperkt. Ik vind het vooral belangrijk om te kijken of het tot problemen heeft geleid en dat is nu niet het geval.’
Hoogleraar Anton Stoorvogel voegde een extra dimensie aan de discussie toe. Hij vroeg zich af of hij wel in zijn recht stond toen hij van studenten eiste een laptop mee te nemen. Brinksma: ‘Mocht een student zich in zo’n geval melden met een probleem, dan moeten we misschien een alternatief bieden. Zolang dat niet zo is, moeten we vooral gebruik maken van het gemak dat ons dat met elkaar biedt.’
