Gellings kwam op 1 januari 1964 officieel als hoogleraar anorganische scheikunde en materiaalkunde in dienst bij de toenmalige Technische Hogeschool Twente. ‘Maar daarvoor waren we ook al aan het werk hoor’, vertelt hij. ‘We waren bezig met de opbouw van de onderwijsinstelling. Er was niets, we moesten alles voorbereiden voor het eerste collegejaar.’
De hoogleraar van het eerste uur is momenteel plaatsvervangend voorzitter tijdens promoties. ‘Strikt genomen is dat een taak van de rector en decanen, maar zij kunnen dat onmogelijk allemaal doen. Het komt dus regelmatig voor dat ik opgeroepen wordt. Ik vind dat ontzettend leuk. Weet je trouwens dat ik ook meer dan de helft van alle oraties bijwoon? Dat vind ik gewoon mooi. Ik weet dan wat er gebeurt op onderzoeksgebied. Welke richting het onderzoek opgaat en wat er allemaal bij komt kijken.’
De betrokken Gellings zegt dat de UT van vandaag de dag te maken heeft met dezelfde soort issues van vijftig jaar geleden. Lacht: ‘Dat technische wetenschappen niet op zichzelf staan en ook de sociaal maatschappelijke wetenschappen nodig heeft, dat wisten wij vijftig jaar geleden ook. Niet voor niets bestond destijds vijftien procent van het studieprogramma uit sociaal maatschappelijke studies. Of dat de goede vorm was, weet ik niet, maar dezelfde geluiden hoor ik nu ook.’
De emeritus hoogleraar weet de gang naar de UT nog steeds goed te vinden en verkeert in goede gezondheid. ‘Ik doe er niet iets speciaals voor. Tijdens mijn werkzame leven fietste ik wel elke dag naar de UT, maar verder ben ik geen sportman. Ziekenhuizen en medicatiegebruik voor lange termijn zijn mij onbekend. Mijn geheim? Dat is er niet. Ik ga gewoon door.’
En daarvoor werd hij gisteren beloond. ‘De rector hield een toespraak, er was een mooie bos bloemen en een kunstvoorwerp. Een miniatuur van het kunstwerk dat tegenover supermarkt de COOP staat. Het is een man die een hoepel boven zijn hoofd houdt en naar de toekomst kijkt.’
De oud-hoogleraar is er erg blij mee. ‘Ik mocht het ontvangen voor mijn vijftig dienstjaren bij de UT. Ik heb meegeholpen om de UT op te bouwen en ik kijk nog steeds met veel belangstelling hoe de instelling zich verder ontwikkelt.’