Ook voor hogescholen en universiteiten zaten er weinig verassingen in de vandaag gepresenteerde onderwijsbegroting. Die is vooral de weerslag van eerder gesloten akkoorden met oppositiepartijen, vakbonden en onderwijsinstellingen.
Maar er blijft altijd wat te wensen over. Het toekomstfonds bijvoorbeeld, is een veelbelovend plan, aldus universiteitenvereniging VSNU. In dat fonds stort de overheid opbrengsten uit de aardgasbel, om daarmee te investeren in onderzoek en innovatie.
Maar structurele investeringen in fundamenteel onderzoek blijven volgens VSNU-voorzitter Karl Dittrich uit. De Vereniging Hogescholen sluit zich daarbij aan. Het extra geld uit het fonds is “slechts een begin”, aldus voorzitter Thom de Graaf.
De Graaf stelt de regeldruk in het onderwijs opnieuw aan de orde. Als het leenstelsel wordt ingevoerd, moet de minister niet nog meer bureaucratie over het hoger onderwijs uitstorten, waarschuwt hij.
Zijn collega van de VSNU wil weten waar dat wetsvoorstel over het studievoorschot blijft. Dittrich: “Er moet duidelijkheid komen voor studenten en instellingen. Alleen als blijkt dat de opbrengsten uit een sociaal leenstelsel worden aangewend als investering in de kwaliteit van het hoger onderwijs is deze maatregel te rechtvaardigen.”
Beide brancheverenigingen maken zich verder zorgen over de financiering van agrarische opleidingen. Zij worden betaald door het ministerie van Economische Zaken, en daar werkt het net even anders als bij OCW. Opleidingen die hard groeien zouden de komende jaren te weinig geld krijgen.
De Graaf van de Vereniging Hogescholen: “Gelijke monniken, gelijke kappen. Het ministerie van Economische Zaken moet agrarisch onderwijs op dezelfde wijze financieren als het ministerie van Onderwijs.”