De afgelopen twee jaar spraken leden van JA@UT met collegeleden, de centrale tenure track commissie, met faculteitsraden, decanen en wetenschappelijk directeuren over de implementatie van tenure track. Dat leidde tot een paper, die deze week naar de collegeleden, decanen en wetenschappelijk directeuren ging. Het fenomeen tenure track werd eind 2008 binnen de UT gepresenteerd als hetinstrument voor het werven, binden en ontwikkelen van wetenschappelijk talent. In alle faculteiten werd het prestatiesysteem vervolgens naar eigen invulling ingevoerd.
Positief en negatief
‘Als leden van JA@UT, waarvan velen een aanstelling hebben als tenure tracker, willen we dit instrument ondersteunen’, vertelt Tatiana Filatova namens de Jonge Akademie. ‘En omdat we ons realiseren dat tenure track nog maar een paar jaar op de UT bestaat hebben we geprobeerd om de positieve en negatieve ervaringen helder te krijgen zodat we hiervan kunnen leren en de implementatie verbeteren.’
Filatova benadrukt dat zij en haar mede-collega’s ‘enthousiast’ zijn over het instrument. ‘Het zorgt voor gezonde competitie en het stimuleert mensen om het beste uit zichzelf te halen. Daardoor ontstaat excellent onderzoek van mensen die voorop lopen in hun vakgebied.’
Knelpunten
Maar knelpunten zijn er ook, constateerde JA@UT. Een belangrijk punt is het gebrek aan ondersteuning voor de kandidaten. ‘Tenure trackers worden nauwelijks gefaciliteerd, hoewel er wel van ze wordt gevraagd zoals bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld het TOM-model en het schrijven van onderzoeksvoorstellen.’ Daarbij plaatst men ook de opmerking dat sommige andere Nederlandse universiteiten startende tenure trackers voorzien van een of twee PhD’s. ‘Dat zorgt ervoor dat UT-onderzoekers al in een nadelige positie zijn als ze beginnen aan hun tenure track.’
Een ander punt dat wordt beschreven is de brede instroom in het systeem en de geringe uitval. Met als gevolg dat er in de toekomst een overschot aan professoren zal zijn. JA@UT ‘verwijt’ de UT gebrek aan duidelijke visie: wil je een kleine en zeer excellente groep selecteren (de beste 10%) met weinig uitval of wil je dat veel onderzoekers de kans krijgen op een tenure track, maar wat zal resulteren in meer drop-outs. De leden van de Jonge Akademie vragen zich daarbij af of alle onderzoekers wel aan dit prestatiesysteem moeten meedoen. ‘Er zijn ook excellente docenten en onderzoekers, op reguliere UD-posities, nodig op een universiteit.’
Zwangerschapsverlof
Verder valt op dat regelgeving omtrent reguliere onderwerpen als part time werken, zwangerschapsverlof en ziekteverlof niet goed neergezet zijn voor tenure trackers. ‘Maak de kandidaten duidelijk wat hun opties zijn. En kijk naar de regelgeving bij organisaties als NWO en the European Research Council.’
Als laatste doet JA@UT een aantal suggesties ter verbetering, onder andere: voorzie tenure trackers van een ‘starterspakket’ aan hulp en informatie, waardoor ze goed beginnen. En ook: voorzie de kandidaten van voldoende tijd voor onderzoek. Zorg voor heldere regelgeving omtrent arbeidszaken en zorg voor gelijke kansen bij de faculteiten. Daarbij zou het tenure track systeem aan de UT competitief moeten zijn in internationale onderzoekfondsen- en programma’s.
Filatova: ‘We hopen twee dingen te bereikten met ons document. Allereerst dat onze suggesties in overweging worden genomen op centraal niveau. En ten tweede de implementatie van tenure track gemonitord wordt.’
Aantrekkelijk
Rector Magnificus Ed Brinksma reageert vanuit Amerika op de bevindingen en suggesties van de Jonge Akademie. ‘We realiseren ons dat het invoeren van een talententrack als deze ook een blijvende investering vraagt. We streven naar een track die aantrekkelijk is voor talentvolle wetenschapper en we realiseren ons dat transparantie van criteria en helderheid over randvoorwaarden essentieel zijn voor het succes van het systeem.’ Ook zegt de rector de signalen die JA@UT afgeeft te herkennen. ‘En daar spreken wij regelmatig over met elkaar.’
Brinksma geeft verder aan dat uit een landelijk onderzoek van de TU/E, waaraan tenure trackers van de faculteit TNW deelnamen, bleek dat de UT het ten opzicht van andere universiteiten ‘zeker niet slecht doen.’ ‘Maar we blijven oog houden voor zaken die verbetering behoeven. De position paper van de Jonge Akademie komt op een uitstekend moment, aangezien er een evaluatie van het tenure tracksysteem bij de UT is gestart. In de evaluatie kijken we onder andere naar de instroom, de omvang van het aantal tenure trackers, hun positie in de faculteit, de ondersteuning/begeleiding die nodig is en het verhelderen van arbeidsvoorwaarden.’
De suggesties die JA@UT worden begin oktober in het CvB worden besproken en vervolgens met de leden van het strategisch beraad.