International business administration: 44 punten
‘The only way is up’, erkent Petra de Weerd-Nederhof die sinds 1 oktober opleidingsdirecteur is van IBA. De negatieve beoordeling van haar opleiding komt niet als een verrassing. Ze kende de achterliggende cijfers uit de Nationale Studentenenquête al.
De Keuzegids schrijft onder andere dat IBA-studenten te weinig vaardigheden geleerd krijgen. De Weerd denkt dat dat een klacht is van vooral ouderejaars. ‘Ik vind dat die vaardigheden in TOM wel zitten. Bovendien hebben we deze zomer de skillslijn nog verbeterd en vernieuwd.’ Ook de kritiek dat het niveau omhoog moet en de lessen stimulerender slaat volgens de opleidingsdirecteur meer op het oude ‘IBA’ dan op TOM.
IBA heeft afgelopen voorjaar geen matchingsgesprekken gevoerd, en dat levert de opleiding nu een slechte beoordeling op, denkt De Weerd. De uitval in het eerste jaar was heel hoog, er zaten veel studenten in de collegebanken bij wie de studie eigenlijk niet goed paste. ‘Dat gaan we veranderen. We lieten nieuwe studenten al vragenlijsten invullen, daar voegen we komend jaar gesprekken aan toe. Dan wordt het studenten duidelijk of hun interesses aansluiten bij de studie.’
Industrieel ontwerpen: 54 punten:
Opleidingsdirecteur Thonie van den Boomgaard herkent zich deels in de kritiek. ‘Als je een curriculumherziening doet, krijg je rumoer en gerommel. Dat heeft bij BMT drie jaar geleden ook gespeeld. Maar ouderejaars maken zich drukker over TOM dan de eerstejaars.’
Een aantal constateringen van de Keuzegids kan hij niet plaatsen. ‘Studeren zonder vertraging zou lastig zijn, terwijl we een nette compensatieregeling hebben. Dat je veel moet studeren voor een studiepunt, vind ik eerder een compliment. Dan doe je het als opleiding goed. ’
Andere kritiek van de gids gaat over het leren onderbouwen van conclusies en het kritisch lezen van publicaties. ‘Juist veel docenten besteden hier aandacht aan’, aldus Van den Boomgaard. ‘We vertellen studenten niet altijd waarom we dingen doen, want dan is het leereffect weg. We willen dat ze impliciet leren. Daar worstel ik nu wel mee. Misschien is onze communicatie niet goed. We moeten nadenken hoe we onze manier van onderwijs geven duidelijker maken voor studenten.’
Het stoort Van den Boomgaard dat college en decanen er bij een negatief oordeel ‘direct bovenop zitten en vragen wat we er aan gaan doen’. ‘Wat kunnen we doen? We weten allemaal dat de Keuzegids niet wetenschappelijk is onderbouwd. Universiteiten zijn dol op rankings. Sta je hoog, dan klop je jezelf op de borst; sta je laag dan relativeer je de score weg. Ja, aan dat laatste doe ik nu ook mee.’
Creative technology: 50 punten
‘Teleurgesteld, dit ziet er niet goed uit’, reageert opleidingsdirecteur Gerrit van der Hoeven. ‘Vorig jaar zat de dubbele min voor wetenschappelijke vorming ons dwars. Daar zijn we meer aandacht aan gaan besteden, maar die twee minnen keren terug. Misschien dat het effect ervan nog niet in deze enquête zit.’
Van der Hoeven hecht waarde aan het studentenoordeel maar worstelt met de vraag wat hij er aan kan doen. ‘Het is me in twintig jaar nooit gelukt de vinger erachter te krijgen wat het oordeel beïnvloedt. De discrepantie tussen het oordeel van de studenten en van experts maakt het er ook niet makkelijker op.’
European public administration: 50 punten
‘Dat het onderwijs niet stimulerend genoeg zou zijn, dat is niet wat wij herkennen uit de panelgesprekken’, zegt René Torenvlied, opleidingsdirecteur van European public administration. ‘Daarmee wil ik het niet bagatelliseren, wij nemen deze uitslag serieus.’
Hij zegt de cijfers van de Keuzegids allereerst nauwkeurig te willen bestuderen. ‘Verbeteren doen we constant. De invoering van een heel nieuw studieprogramma heeft vorig jaar voor aanloopproblemen gezorgd, daar wijt ik nu een deel van de uitslag van de Keuzegids aan. Maar ik zie ook dat bijvoorbeeld de voorlichting aan de student, over het projectonderwijs in Twente, beter moet. Net zoals de studiebelasting. Het gaat dus om een stukje verwachtingsmanagement en daarnaast het inregelen van volstrekt nieuw onderwijs.’
Communicatiewetenschap: 54 punten / Psychologie: 50 punten
‘Veel heeft te maken met de overgangsfase en de nieuwe manier van werken wat betreft TOM, maar dit is een deel van de problemen’, zegt Henk Boer, onderwijsdirecteur van de opleidingen communicatiewetenschap en psychologie. ‘Wat we te weinig doen is communiceren over de kwaliteitszorg. We moeten beter terugkoppelen aan de student wat we met hun beoordelingen doen. Daar gaan we gericht aan werken’.
Hij zegt dat wat betreft het TOM-onderwijs nu al ‘stukken beter gaat’. ‘Dat zouden we in de Keuzegids van 2016 terug moeten zien. Het zou me tegenvallen als dat niet het geval is.’ Bovenal noemt Boer het erg teleurstellend wat er nu in de Keuzegids staat. ‘Ik beschouw het als een waarschuwingssignaal. Desalniettemin ook een signaal dat we in perspectief moeten zien.’
Biomedische technologie: 54 punten
Een vrij streng oordeel, noemt opleidingsdirecteur Heleen Miedema de score voor BMT. ‘Maar het gaat er ook om hoe je dit interpreteert. Bepaalde gevoelens herkennen wij, maar daar is ook al veel aan gedaan. We toetsen tussendoor regelmatig hoe we het doen en schaven continu bij. BMT was natuurlijk de eerste opleiding die experimenteerde met TOM.’
BMT scoort op de ‘survival van het eerste jaar’ de score: --, wat betekent dat de opleiding daarmee tot een zwakke groep behoort. ‘Ik zie dit niet als negatief, dit is juist ons doel. De grootste uitval zit in het eerste kwartiel. De uitvallers kunnen dan tijdig naar een andere opleiding uitwijken. Na het tweede kwartiel zie ik een vrij constante populatie studenten. ’