Wat doen jullie precies in India?
Teun Jelle: ‘Ik loop stage bij Indian Institute of Science (IISc) in Bangalore. Samen met een onderzoeksgroep van mechanical engineering ben ik bezig met het ontwikkelen van een sta-op-stoel voor ouderen. Veel ouderen in India hebben knieproblemen. Omdat hier lang niet overal stroom is, moet de stoel mechanisch zijn. Marieke is tot nu toe altijd met me meegegaan naar de universiteit, gezellig mee lunchen met alle nerds.’
Marieke: ‘In september ben ik begonnen met mijn masterthese over welbevinden en chronische pijn. In overleg met mijn begeleider mag ik er hier zelfstandig verder aan werken. Dat loopt prima. Ik hoop mijn afstuderen in India af te ronden tot het groenlichtgesprek, zodat ik alleen het laatste gedeelte in Nederland hoef te doen. Op dit moment heb ik te weinig werk om er fulltime mee bezig te zijn. Ik zou graag twee dagen in de week vrijwilligerswerk doen, maar het is lastig om in het gebied waar we nu wonen iets te vinden.’
Hoe is het om samen in India te zijn, op een soort huwelijksreis?
Marieke: ‘Vooraf kon ik me niet voorstellen hoe het was om hier te zijn en ik denk dat je niet kunt uitleggen hoe het echt is. Daarom is het fijn dat we het samen kunnen ervaren. Tot nu toe voelt het niet als een huwelijksreis. Een huwelijkstest misschien. We hebben het hier niet zo luxe als thuis. Ons hotel heeft geen wifi, geen warm water en harde bedden. We warmen water op met een verwarmingselement in een emmer. Het warme water gooi je over je heen met een bekertje. Went vanzelf als je het een paar keer gedaan hebt, ik vind het niet vervelend. Maar ik ga extra genieten van onze eigen douche als we weer terug zijn.’
Teun Jelle: ‘Er zijn vrijwel geen internationale studenten. In het lab ben ik de enige die niet uit India komt. Veel studenten werken ’s avonds door en ondernemen naast hun studie niet veel. We zouden laatst met een groep studenten een weekend weg, maar dat ging niet door. Dan is het fijn dat je met z’n tweeën uitstapjes kunt maken. Ook hebben we veel contacten met mensen die we via de kerk in Bangalore hebben leren kennen. Het is fijn dat ze ons zo gastvrij ontvangen. Als je bij een kerk zit heb je familie over de hele wereld.’
Welke cultuurverschillen vallen op?
Marieke: ‘Het leven lijkt hier minder gestructureerd. Het verkeer is één grote chaos. Er staan wel strepen op de weg, maar mensen halen links en rechts in en iedereen rijdt waar hij wil. Ook de universiteit is minder strak georganiseerd. Zo hadden we bijvoorbeeld twee dagen geen internet en stroom, veroorzaakt door een aap – de campus is een jungle – of hevige regenval. Daar wordt hier relaxed op gereageerd, terwijl het op de UT een groot probleem zou zijn.’
Teun Jelle: ‘En het is smerig hier! Iedereen gooit z’n afval gewoon op straat.
En toen we laatst een kleine stad in de omgeving bekeken, liepen we in de buurt van een koe die begon te pissen. Wij snel aan de kant, maar we zagen een man die z’n hand onder de koe stak en wat in zijn eigen haar en dat van zijn kindje smeerde. In Bangalore merk je er weinig van, maar in Mysore – we waren in de buurt van een tempel – wordt een koe dus zeker nog als heilig gezien.’
Wat missen jullie?
Marieke: ‘Hollands eten, soms heb ik echt even geen zin meer in rijst. En het is ook fijn om zelf te kunnen koken. Nu eten we ’s middags en ’s avonds altijd buiten de deur.’
Teun Jelle: ‘Ook onze bewegingsvrijheid. Deze stad is echt ontploft met ongeveer 10 miljoen inwoners. De wegen zijn hier niet op berekend en het is elke dag vroeg donker. Op de fiets moet je goed opletten. We hebben twee fietsen kunnen huren op de universiteit, maar er was maar één fiets met een beetje fatsoenlijke hoogte voor een Nederlander. We gaan om de beurt om de hoge fiets. Het zou fijn zijn een scooter of motor te hebben. Maar daar valt lastig aan te komen, omdat we geen internationaal rijbewijs hebben. Een tip dus: haal die voor je reis naar India even op bij de ANWB. Scheelt een hoop gedoe!’