Hoe is het om campuskapper te zijn?
‘Het is ontzettend leuk! Het is ook heel anders dan een ‘gewone’ kapperszaak, omdat je hier een andere soort klanten hebt. In de omgang zijn vooral studenten allemaal iets losser. Je voert ook andere gesprekken, bijvoorbeeld over studie, reizen en onderzoeken van PhD’s .’
‘Vaak snap je de helft niet, maar we proberen zoveel mogelijk te onthouden. Het is erg leuk om later iets terug te lezen over een bepaald onderzoek, terwijl ze dat in de kappersstoel met je hebben besproken. De gesprekken gaan vaak echt ergens over, in plaats van alleen maar koetjes en kalfjes.’
Waar komt de naam ‘De Barreboks’ vandaan?
‘De naam staat in het Bargoens woordenboek en betekent barbier of scheerder. Toen ik de kapsalon 25 jaar geleden begon, kon ik er bijvoorbeeld voor kiezen om het ‘Kapsalon Ine’ of iets dergelijks te noemen. Maar ik wilde iets anders, een naam die blijft hangen. Vandaar de naam De Barreboks.’
Wat maakt De Barreboks speciaal?
‘We zijn eigenlijk nooit veranderd. Je komt hier binnen, drinkt een kop koffie en wordt geknipt. We hebben ook altijd een hond gehad. Puck, een bulterriër, loopt al twee jaar rond in de kapsalon. Daarvoor hadden we zestien jaar lang Teun, een jack russell. Dat was echt een beroemdheid op de campus, maar inmiddels wordt Puck ook steeds populairder.’
‘We hebben veel buitenlandse klanten. Zo knipten we een tijdje geleden twee Braziliaanse studenten. Ze konden het erg waarderen dat we in het Engels met ze praatten en voor we het wisten hadden we 38 Braziliaanse klanten. Ook hebben studenten voor ons een website gemaakt, waarop je online een afspraak kunt maken. We zijn verder eigenlijk altijd onszelf gebleven. We blijven gewoon knippen.’
Wat is je meest bijzondere knipbeurt geweest in 25 jaar?
‘Een paar jaar geleden hebben we voor het goede doel de baard van de toenmalige wijkagent Laurens Goossen afgeschoren voor een goed doel. Misschien nog bijzonderder was een inzamelingsactie van roeivereniging Euros na de vuurwerkramp. Tegen opbod lieten de leden zich kaalscheren door ons om geld in te zamelen voor de slachtoffers.’