Volgens Oudshoorn vindt innovatie in de zorg te veel ‘top down’ plaats. ‘Bij STePS (haar vakgroep, faculteit BMS, red.) hebben we een socio-technische benadering ontwikkeld. Hierin wordt benadrukt dat vernieuwing juist vaak plaats vindt door gebruikers. Kijk bijvoorbeeld naar Facebook. Daar zag ook een ‘gebruiker’ het belang om zo’n sociaal netwerk te gaan maken.’
Ook in de zorg en telecare zie je innovaties van medici komen, zegt Oudshoorn. ‘De eerste mobiele telefoon voor hartpatiënten die een elektrocardiogram kan sturen is bedacht door een Duitse cardioloog.’
‘Verzet is niet negatief’
Het psychosociale aspect in de zorg komt volgens Oudshoorn te vaak op de laatste plaats in het ontwerpproces, onterecht zegt ze. ‘Je moet telecare goed inpassen in het dagelijks leven van mensen. Patiënten vinden piepjes van een telecare apparaat bijvoorbeeld vervelend. Ook is het belangrijk om verwachtingen van patiënten te temperen. Een dokter is natuurlijk niet altijd op afstand beschikbaar.’
Volgens Oudshoorn is het schokkend dat 90% van de innovaties in de zorg mislukt. ‘Er is een heel grote gap tussen ontwikkelaar en gebruiker’, geeft ze aan. ‘Probeer ook juist zoveel mogelijk op te pikken van de mensen die zich verzetten tegen technologie. Als je hoort: ‘Dit wil ik niet’, vraag dan waarom niet. Verzet is niet negatief. Het is juist een bron voor creativiteit en innovatie.’
‘Je moet het proces omkeren’, vervolgt Oudshoorn. ‘Mensen moeten door nieuwe technologie nieuwe vaardigheden leren. Daardoor ontstaat een nieuw soort kwetsbaarheid. In het geval van pacemakers, of andere apparaten die in het lichaam worden geïmplanteerd, moeten ze leren omgaan met een hybride lichaam. ’
Ze vervolgt: ‘Soms is de beste oplossing voor een probleem in de zorg niet hightech. Je moet leren van patiënten, zij hebben kennis van hun ziekten. Leg de vraag bij hen of technologie ze daarmee helpt om te gaan en leer wederzijds van elkaar om tot de beste oplossing te komen.’
Sabbatical forever
Het symposium heet ‘How users still matter’, volgens Oudshoorn een knipoog naar het boek dat ze schreef in 2003 waarvoor ze, evenals voor twee andere boeken, internationale erkenning en prijzen heeft gekregen. Tijdens haar emeritaat blijft ze lezingen geven, onderzoek doen en promovendi begeleiden, maar het onderwijs geeft ze uit handen. Ze noemt het een ‘sabbatical forever’.
Ze kijkt erg positief terug op haar twintig jaar op de UT en roemt vooral de kleinschaligheid en de korte lijntjes die daarmee gepaard gaan om samen te werken. Ook het steeds internationalere karakter van haar onderzoeksgroep doet haar deugd. ‘Het blijft niet alleen beperkt tot Twente. De betrokkenheid voor technologie in de samenleving is en blijft een driving force.’