Afgestudeerden van hogescholen en universiteiten hebben ook meer ervaring met cocaïne, ecstacy of amfetamine. Het verschil met laagopgeleiden is groot. Van hen heeft slechts zeventien procent ooit in zijn leven cannabis gebruikt, tegen 32 procent van de hoogopgeleiden.
Cocaïne en xtc
Cocaïne is minder populair: slechts 6,4 procent van de hoogopgeleiden heeft wel eens een lijntje gesnoven, tegen 4,5 procent van de laagopgeleiden.
De partydrug ecstacy blijkt vaker voor te komen. Ruim elf procent van de hoogopgeleiden heeft ooit een pilletje genomen, tegen bijna vijf procent van de laagopgeleiden.
Laagopgeleiden blowen vaker
En hoe zit het met hun huidige drugsgebruik? Laagopgeleiden blowen iets vaker: 4,7 procent stak afgelopen maand nog een joint op, tegen 4,3 procent van de hoogopgeleiden. Bij andere drugs is het omgekeerd. Afgelopen maand nam 1,3 procent van de hoogopgeleiden een ecstacy-pil en snoof één procent cocaïne. Onder laagopgeleiden was dat voor beide drugs een half procent.
In een stad komen mensen sneller met drugs in aanraking, merkt het CBS op. Hogescholen en universiteiten staan nu eenmaal in steden; wellicht verklaart dat deels waarom zoveel hoogopgeleiden met drugs hebben geëxperimenteerd.
Lees ook over drugsgebruik onder UT-studenten in UT Nieuws Magazine van november 2014.