In 2013 telde het CBS 321 duizend masters en doctors tussen de 25 en 35 jaar. Inmiddels zijn het er meer dan 500 duizend. Overigens zijn er ook bijna 200 duizend hbo- en wo-bachelors bijgekomen.
Voor masters en doctors komt dat neer op een groei van 16 naar 23 procent: bijna de helft erbij. Ook bachelors zijn minder zeldzaam geworden. Inmiddels heeft één op de drie dat diploma aan een hogeschool of universiteit behaald.
Het CBS haalt deze cijfers uit een Nederlandstalige enquête, die internationale afgestudeerden – gezien de taalbarrière – minder vaak invullen. Het werkelijke aantal masters is vermoedelijk dus nog hoger.
Er komen steeds meer buitenlandse studenten naar Nederland, en een deel van hen blijft hier wonen. Uit iets oudere cijfers blijkt ook dat er steeds meer internationale afgestudeerden de arbeidsmarkt opgaan. In 2006/’07 ging het om 12 procent van alle afgestudeerden van voltijds wo-masteropleidingen, in studiejaar 2018/’19 om 29 procent, zegt het CBS.
In de loop van de decennia is het opleidingsniveau in Nederland flink gestegen. Onder de 75-plussers is slechts 18 procent hoogopgeleid.