Inspectie: genoeg redenen voor Engelstalig onderwijs

Het kabinet gaat alle Engelstalige bacheloropleidingen aan een taaltoets onderwerpen: kunnen ze niet in het Nederlands? Een voorproefje bij vijf van zulke opleidingen laat zien dat ze hun onderwijstaal goed kunnen verdedigen.

Photo by: RIKKERT HARINK

Er komen te veel buitenlandse studenten naar Nederland, vindt een flinke meerderheid in de politiek, en daarom zouden bacheloropleidingen hun onderwijstaal moeten aanpassen: alleen als er echt goede redenen voor zijn, mag het straks nog in het Engels. Een speciale taaltoets voor de huidige ‘anderstalige’ bacheloropleidingen moet het kaf van het koren scheiden.

De opleidingen moeten aan bepaalde criteria voldoen om ‘anderstalig’ onderwijs te mogen verzorgen, of anders overschakelen op het Nederlands. Het gaat bijvoorbeeld om relevantie voor de arbeidsmarkt of het inherent ‘internationale karakter’ van de opleiding. De ligging van de opleiding in een krimpregio gaat ook meewegen.

Welke redenen hebben opleidingen eigenlijk voor het aanbieden van Engelstalig onderwijs en wat denken de studenten en docenten van een overstap op het Nederlands, wilde de minister weten van de Inspectie van het Onderwijs.

Redenen

De inspecteurs deden uitgebreid onderzoek met diepte-interviews bij vijf afzonderlijke universitaire bacheloropleidingen in Groningen, Leiden, Tilburg, Wageningen en de Universiteit van Amsterdam. Over het wetsvoorstel Internationalisering in Balans (en de bijbehorende taaltoets) houdt de inspectie zich op de vlakte, maar toch: het rapport werpt zijn schaduw vooruit.

Alle vijf opleidingen dragen ongeveer dezelfde redenen aan. Het klinkt allemaal weloverwogen en zorgvuldig, vindt de inspectie. De arbeidsmarkt is internationaal georiënteerd, zeggen de opleidingen bijvoorbeeld, of er zijn internationale studenten nodig vanwege tekorten op de arbeidsmarkt. ‘Daarnaast zijn onderwijs en onderzoek sterk verweven’, concludeert de inspectie. ‘Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door internationale onderzoekers.’

Kettingreactie

En nee, de vijf opleidingen zien het niet zitten om naar het Nederlands te switchen. Ze vrezen voor een kettingreactie waarbij ze personeel en studenten verliezen, terwijl de werkdruk voor achterblijvende docenten toeneemt en de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat.

Van de studenten hoeft de overstap naar Nederlandstalig onderwijs ook niet. De Nederlanders onder hen verwachten later geen problemen in hun werk als ze Engelstalig onderwijs volgen. Ze hebben heus wel genoeg kennis van de Nederlandse taal, menen ze, omdat het hun moedertaal is.

Arbeidsmarkt

Er zijn meer redenen voor Engelstalig onderwijs. Van vakliteratuur tot jargon, Engels is vaak de voertaal in de wetenschap. Op de werkvloer van veel internationaal georiënteerde bedrijven spreken ze ook Engels. Verder zou een Engelstalige bachelor de overgang naar een Engelstalige master makkelijker maken.

Bovendien zouden buitenlandse studenten en Nederlandse studenten veel van elkaar kunnen leren, bijvoorbeeld op het gebied van interculturele vaardigheden. Het is goed om in een international classroom andere perspectieven en culturen te leren kennen, is het idee. Voor zo’n opleiding heb je ook een internationale groep docenten nodig.

Nederlands als academische taal

Tegelijk willen de universiteiten heus wel het Nederlands als academische taal bevorderen, zeggen ze. Ze bieden cursussen aan voor internationale studenten die Nederlands willen leren, al dan niet tegen betaling. Ook internationale docenten worden gestimuleerd om Nederlands te leren, al mogen ze in het Engels blijven lesgeven.

De grote vraag is nu: zouden deze opleidingen de toets overleven? Daarover zegt de inspectie niets.

Dat kan ook niet, want een andere toezichthouder (de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs) gaat de toets uitvoeren. De voorzitter zat ermee in zijn maag vanwege de samenkomst met de bezuinigingen op universiteiten. Hij overwoog af te treden, zei hij begin dit jaar tegen het HOP.

Na een deal met oppositiepartijen – een bezuiniging op het aantal buitenlandse studenten is verzacht – heeft minister Eppo Bruins beloofd het wetsvoorstel Internationalisering in Balans aan te passen. Er komt een speciale behandeling van opleidingen in de krimpregio’s of de streken daaromheen. Hoe dit in de praktijk uitpakt, blijft afwachten.

De vijf onderzochte opleidingen zijn biomedical engineering (Groningen), data science & artificial intelligence (Leiden), econometrie en operationele research (deels tweetalig, Tilburg), marine sciences (Wageningen) en sociale geografie & planologie (Engelstalige en tweetalige variant, UvA).

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.