Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De toename hangt volgens het CBS samen met het stijgende aantal inschrijvingen bij universiteiten, dat vooral wordt veroorzaakt door het hoge slagingspercentage in het voortgezet onderwijs.
Afgelopen jaar behaalde bijna honderd procent van de vwo’ers zijn diploma. Bovendien besloot een deel van hen niet naar het buitenland te reizen vanwege de coronacrisis en in Nederland te gaan studeren.
Toch verklaart het hoge aantal inschrijvingen op universiteiten niet alles: “Het aantal studenten dat uit huis ging om op zichzelf te gaan wonen in een universiteitsstad nam niet alleen absoluut, maar ook relatief toe”, concluderen de onderzoekers.
Amsterdam en Utrecht
Vooral in Amsterdam gingen studenten vaker op kamers wonen; daar steeg hun aantal met 38 procent. Utrecht volgt de hoofdstad op de voet met een toename van 31 procent.
In Leiden, Delft en Rotterdam is ook een stijging te zien, terwijl Tilburg, Eindhoven en Wageningen op hetzelfde niveau blijven. Enschede is de enige stad waar het aantal studenten op kamers iets afnam. Hoe het zit met hbo-studenten op kamers laat dit onderzoek niet zien.
De dalende trend van het aantal studenten op kamers wordt hiermee dit jaar gebroken. Dat er voorheen juist minder studenten op kamers gingen, had volgens het CBS te maken met het leenstelsel dat in 2015 werd ingevoerd. Op kamers gaan werd daardoor financieel onaantrekkelijker.