Ze testten Nederlandse films die in 2010 in Nederlandse bioscopen draaiden. Met het model onderzochten ze of de mate van succes van een film te koppelen is aan het talent en de ervaring van de filmmakers, oftewel de scenarioschrijver, regisseur en producent.
Ervaring
Wat bleek, de staat van dienst van filmmakers week niet zoveel af van de successen die hun films in 2010 behaalden. Zo weinig zelfs dat de onderzoekers kunnen concluderen dat op basis van het staatvandienstcijfer het uiteindelijke succes van een film – zowel bij critici als bij het bioscooppubliek – kan worden bepaald.
‘Er gingen vanuit de filmwereld geluiden op dat er niet genoeg werd gekeken naar ervaring en successen in het verleden’, legt Timmer de aanleiding voor het onderzoek uit. ‘De kritiek was dat dit meer mee zou moeten wegen bij het aanvragen van subsidies. Ze weten immers op basis van hun ervaring wat ze moeten doen om succes te behalen.’
Sint
Timmer denkt niet dat door middel van dit model subsidies grotendeels naar ervaren filmmakers gaan, in plaats van nieuwe spelers. ‘Een film wordt gemaakt door een team, dus je zou als beginnend filmmaker kunnen samenwerken met een ervaren producent. Voor beginnende filmmakers zijn er verder ook speciale regelingen die werken met inhoudelijke beoordeling.'
Een film die het in hun wiskundig model beter deed dan in de werkelijkheid was Sint van Dick Maas. ‘Logisch als je kijkt naar de staat van dienst van Dick Maas, maar alsnog zaten de cijfers nog dicht bij elkaar in de buurt. Dat geldt voor de films over het hele jaar wel’, aldus Timmer, die zich niet graag wil wagen aan uitspraken over films. ‘Ik kijk er van de wiskundige kant naar.’
Breder trekken
In hun model namen Boucherie en Timmer niet mee welke acteurs in een film spelen. ‘In wetenschappelijke literatuur wordt de invloed van een steracteur of een populair thema als Harry Potter beschreven. Wij keken of de kwaliteit van een film wordt bepaald door de filmmakers.’
‘Dit komt naar voren als opmerkelijk resultaat, maar we hebben nu alleen aangetoond dat het model voor de filmindustrie werkt’, besluit ze. ‘Het onderzoek over een algemeen model voor de samenwerking tussen professionals is veel breder opgezet en kun je het ook breder trekken, zoals bij bedrijven die samenwerken om een bepaalde aanbesteding te doen.’
De resultaten van het onderzoek van Boucherie en Timmer worden tijdens het Nederlands Film Festival op 28 september gepresenteerd.