De zeventig meter hoge, blauwgroene pijp is van ver boven de skyline van het Twentse landschap te zien. Rookpluimen cirkelen omhoog. Zijn deze wel zo vervuilend als men denkt? ‘De rookpluim is voornamelijk waterdamp, de rest van de emissies filteren we grondig’, legt Frans Storck, operator bij Twence, uit. Hij neemt de groep mee de fabriek in, van verbrandingsoven tot stoomturbine.
Alles recyclen
Voor het zo ver is, wacht eerst een tour met de bus. Het terrein is te groot om te lopen. Door de speakers klinkt de uitleg van de gids over verschillende verwerkingsprocessen. ‘Twence heeft voor alle soorten afval een eigen plek. Hout, metaal, plastic, groente- en fruitafval, glas en alles wat daar nog bij hoort.’
Van gft-gas wordt elektriciteit en warmte gemaakt, vertelt de gids. ‘Gft-afval slaan we op. Dat gaat broeien en rotten. Het gas wat daar vanaf komt, verbranden we. Dat geeft weer stroom.’ Het is een van de voorbeelden van succesvolle recycling waar Twence zich op focust. ‘Zo’n 99 procent van ons afval wordt verbrand of hergebruikt. Slechts één procent wordt nog gestort, zoals asbest. Daar zoeken we nog een oplossing voor. Kunnen we ooit helemaal zonder storten? We weten het niet, maar we onderzoeken het.’
1100 graden celcius
Twence levert energie voor zestig procent van alle Twentse huishoudens. Dat is net zo veel als alle huishoudens in Enschede en Hengelo bij elkaar. Frans Storck begeleidt het tweede deel van de rondleiding, in de fabriek. In de controlekamer, waar hij en zijn collega’s uitzicht hebben over alle troep die binnenkomt, kijk je diep naar beneden. ‘Met een grijper van zes ton kunnen we hetzelfde gewicht aan afval verplaatsen. Dat gaat naar de verbrandingsoven.’
‘Die oven wordt verhit van 850 tot 1100 graden celcius. Soms ontploft er een gasfles tussen het afval, het is niet risicovrij,’ zegt Frans. Twence houdt zich 365 dagen per jaar bezig met afvalverwerking. Om zich door te ontwikkelen, werkt het bedrijf samen met de UT en andere universiteiten.
Geen afval maar brandstof
Het verbrandingsproces levert volgens Storck tegenwoordig een hoog rendement op. ‘Straks willen we voor elk stukje afval een plek hebben, circulaire recycling is een stip op de horizon. We spreken niet meer van afval, maar van brandstof.’