Tijdens de diesviering in de Waaier blikte Dave Blank terug op zijn onderzoek naar supergeleiding bij hoge temperaturen en keek hij vooruit op zijn nieuwe taak, namelijk de UT internationaal op de kaart zetten. De voormalig wetenschappelijk directeur van instituut MESA+ is sinds dit collegejaar chief scientific ambassador van de UT.
Blank ontleedde de Times Higher Education Ranking, een invloedrijke ranglijst die buitenlandse studenten gebruiken voor hun keuze voor een universiteit. Volgens hem maakt reputatie een belangrijk deel uit van de score op de onderdelen onderzoek en onderwijs.
Slogans onbelangrijk
Hij vergeleek de drie Nederlandse technische universiteiten en constateerde dat de UT vooral vergeleken met Delft ver achter blijft qua reputatie. Daar moeten we iets aan doen, vindt hij. ‘Want als we het cijfer voor reputatie uit die ranking halen, is Twente nummer één vergeleken met Delft en Eindhoven’, liet hij in een grafiek zien.
Blank stond stil bij de slogan High Tech Human Touch en poneerde de stelling dat slogans niets uitmaken voor je reputatie. ‘Slogans zijn voor intern gebruik. Kent u de slogan van Delft? Eindhoven? Groningen?’ Zo ging hij alle Nederlandse universiteiten af. Bij elke vraag bleef het stil in de zaal. Zijn laatste vraag was de meest retorische van allemaal. ‘Kent u de slogan van Stanford? Denkt u dat Stanford een slogan nodig heeft?’
Geld voor toptalent
Volgens Blank moeten we actief zoeken naar tophoogleraren en ander talent. ‘En als je die vindt, moet je ze uitnodigen hier te komen en ze geld geven om hun werk te doen. Dat zal een boost geven aan onze wetenschappelijke reputatie. Het is niet erg als een hoogleraar de UT verlaat, als er ook maar wetenschappelijk talent binnenkomt.’
Drie categorieën studenten
Verder stelde Blank in zijn dieslezing dat de UT zich bij het aantrekken van buitenlandse studenten vooral moet richten op drie (brede) categorieën: studenten uit BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China), uit rijke westerse landen en uit voormalige Russische republieken.
BRIC-landen hebben vaak een goede wetenschappelijke infrastructuur, maar de studenten hebben volgens Blank relatief weinig ervaring. Die landen hebben geld voor uitwisselingsprogramma’s.
In de voormalige Russische landen is het onderwijs uitstekend, maar ontbreekt juist de infrastructuur, vertelde Blank. Dat maakt ons aantrekkelijk voor studenten uit die landen.
Rijke westerse landen zijn volgens de chief scientific ambassador beslist ook een categorie waarop de UT zich moet richten. ‘Zo’n 70 procent van de studenten die naar Nederland gaan om te studeren komt hierheen met het idee zich voor langere tijd in ons land te vestigen. Ze willen na hun studie werken voor grote Nederlandse bedrijven. We moeten daarop inspelen en die groep studenten naar Twente halen.’