In zijn inleiding voor een volle zaal met leerkrachten ging de keynote speaker in op het project Positief Educatief Programma, kortweg PEP, dat op de UT werd ontwikkeld in samenwerking met de Stichting Consent, de koepelorganisatie van 33 openbare basisscholen in de regio. Een pilot van het PEP-project ging in het schooljaar 2014-2015 al van start op de Twekkelerveldschool in Enschede en de Dr. M.L. Kingschool in Denekamp en recentelijk is er ook een pilot begonnen op de Prinseschool in Enschede.
Sterke kanten
In zijn inleiding legde Bohlmeijer uit hoe binnen het Positief Educatief Programma naar verbetering van het welbevinden van de scholieren wordt gestreefd. Hij noemde daarbij vier verschillende componenten, waaronder het benadrukken van de sterke kanten en de talenten van de leerlingen, alsmede het stimuleren van het gebruik van deze vaardigheden, zowel individueel als klassikaal.
Ook de opbouw van positieve relaties, waaronder de relatie tussen kind en docent, heeft volgens de hoogleraar veel invloed op het gevoel van welbevinden. ‘Zo vormen bijvoorbeeld hoop- en droomgesprekken een prachtig instrument om aan het begin van het schooljaar al een goed contact met het kind te leggen’, noemde hij als voorbeeld.
Compassie
Naast plezier als belangrijke derde component speelt binnen het PEP-project ook de compassie een grote rol. Bohlmeijer hield zijn gehoor voor dat een fors percentage kinderen al op jonge leeftijd traumatische ervaringen opdoet. ‘En dan krijg je nogal eens te maken met kinderen, die bang en verdrietig zijn en om die reden soms het bloed onder je nagels vandaan zuigen.’ Volgens de hoogleraar is het juist dan van belang om te werken aan een situatie waarin het kind, bijvoorbeeld door het meer verantwoordelijkheid en keuzemogelijkheden te geven, welbevinden ervaart op school. ‘Het betekent echter niet’, zo hield de hoogleraar zijn gehoor voor, ‘dat je in medelijden moet blijven steken. Houd je verwachtingspatroon ten aanzien van het kind wel hoog.’
Elf procent beter
Uit onderzoek elders, zo liet Bohlmeijer weten, is inmiddels gebleken dat leerlingen die door speciale programma’s op school lekker in hun vel zitten wel tot 11 procent beter presteren bij standaardtesten dan leerlingen bij wie geen aandacht aan het welbevinden wordt besteed. Overigens geldt dit niet alleen voor kinderen, zo bleek wel uit de prychologische test die Bohlmeijer zijn gehoor in De Waaier liet ondergaan. Nadat de leerkrachten enige tijd aan een plezierige ervaring hadden gedacht bleken zij aanmerkelijk beter in staat om een creatief raadsel op te lossen dan nadat ze enige tijd aan een verdrietig moment hadden gedacht.
In hoeverre het PEP-project in deze regio ook een positieve uitwerking op de leerlingen heeft wordt vanaf september nagegaan tijdens een effectonderzoek, dat dankzij een financiële bijdrage van het Fonds Kinderpostzegels wordt mogelijk gemaakt.