Hoe ben je bij San Remo begonnen?
‘Ik ben sinds 1982 eigenaar van café San Remo. Daarvoor heb ik een aantal jaren bij de Kater en de voorloper van Aspen Valley gewerkt. Dat is wel frappant, aangezien ik een vooropleiding in de techniek heb. Maar het kwam gewoon op m’n pad. Dat soort dingen gebeuren mij wel vaker.
Voordat ik San Remo overnam was er een hoop schorriemorrie in de straat. De Stadsgravenstraat werd gezien als een achterafstraatje, niet als een leuke plek om uit te gaan.
Toen ik San Remo net had overgenomen, hebben we ook een beetje een schoonmaak moeten houden. Het boterde niet lekker tussen de studenten en de andere jongelui. Zij snapten het studentenleven niet en dat zorgde voor frictie. Dus hebben we ze weggestuurd. Zo is San Remo als echt studentencafé ontstaan. In het café mag in principe alles, zolang het bijdraagt aan een positieve sfeer.’
Wordt het niet saai, 34 jaar lang werken op dezelfde plek?
‘Ik heb dit werk nooit saai gevonden. Als ik ’s avonds het café opendoe, weet ik nooit wat me die avond te wachten staat. Dat maakt het spannend.
Ik doe het werk met veel plezier. Ik vind het prachtig om een podium te bieden aan studenten. Bij mij kunnen ze babbelen en discussiëren buiten de serieuze zaken van de studie om.’
Wat vind je zo mooi aan studenten?
‘Na de middelbare school gaan jongelui naar een studentenstad. Dan hebben ze opeens heel veel vrijheid. Ik vind het leuk te zien hoe nieuwe studenten zichzelf ontdekken, hoe ze zich ontwikkelen en hoe ze van zichzelf leren. Ik heb hun met San Remo een gezellig stukje studentencultuur geboden.
De komst van het Twents Onderwijsmodel (TOM) gooit naar mijn idee roet in het eten. Jongeren komen niet meer op donderdag in de kroeg, want ze hebben op vrijdag een tentamen. En dat bijna elke week. Dat vind ik jammer. Voor mezelf, maar natuurlijk ook voor de studenten, want er is een stukje studentencultuur kapotgemaakt.
Ik ben het ermee eens dat studenten hier zijn gekomen om te studeren en dus niet tien jaar zouden moeten doen over hun studie, maar ze moeten wel de kans krijgen om zichzelf te ontwikkelen. Ik denk dat dat door de komst van TOM sterk is verminderd.’
Wat is een van je mooiste herinneringen in San Remo?
‘Een paar jaar terug was er nog wel eens politie te paard in de binnenstad te vinden, na een voetbalwedstrijd van FC Twente. Politieman Henk had een schimmel en zij reden regelmatig door de Stadsgravenstraat. Ik stond dan vaak buiten met wat suikerklontjes voor het paard.
Een keer in de zomer stond ik niet buiten met m’n suikerklontjes. Die schimmel snapte er niets van, want hij wist waar hij normaal z’n klontjes kon krijgen. Toen is hij met ruiter en al San Remo binnen gestapt, op zoek naar die suikerklontjes. Hadden we opeens een paard in het café. Dat was mooi.’
Hoe hoop je dat de toekomst van San Remo eruit ziet?
‘Ik ben niet van plan weg te gaan voor ik een goede opvolger heb gevonden. Dat zal geen jaren duren.
Ik hoop dat de volgende eigenaar ook veel met studenten blijft doen. Hoe hij of zij dat inricht moet ie zelf bepalen. Ik ben niet van plan om als een havik toezicht te houden op wat er in de toekomst met San Remo gebeurt. De volgende eigenaar moet de ruimte krijgen zijn eigen draai te geven aan het café.
Ik hoop dat studenten zich mij blijven herinneren. Dat als ze terugdenken aan hun studententijd, dat ze zullen denken: goh, wat was het een mooie tijd, en wat was het fijn om in San Remo te zijn. Ik hoop dat ze me een beetje gaan missen, en misschien een traantje laten als ik er echt mee stop.’