De Tweede Kamer heeft onlangs ingestemd met een wetsvoorstel van minister Stef Blok van Wonen. De nieuwe wet moet de vastgelopen huurmarkt openbreken, onder andere door tijdelijke contracten voor periodes tot vijf jaar mogelijk te maken. Het idee is dat studenten en andere huurders na verloop van tijd weer gaan verhuizen.
Slordig
Maar de Landelijke Studenten Vakbond waarschuwde dat de nieuwe vijfjarige contracten niet tussentijds opgezegd konden worden. Dat heeft de Tweede Kamer weliswaar gerepareerd, alleen is dat een beetje slordig gegaan.
Als de Eerste Kamer niet ingrijpt kunnen ook uitwisselingsstudenten tussentijds hun huurcontract opzeggen. En dat is een probleem, waarschuwt Kences, de koepel van studentenhuisvesters, samen met de universiteiten en hogescholen.
Niet verhuizen
Nu maken onderwijsinstellingen afspraken met huisvesters over woningen voor buitenlanders: als iemand hier een jaar wil studeren, krijgt die een kamer via de universiteit of hogeschool.
Dat is makkelijker dan vanuit het buitenland een kamer zoeken, maar de student kan tussentijds niet verhuizen.
Niet goed nagedacht
Als dat straks wel mag, kan een student na een maand of vier elders gaan wonen, bijvoorbeeld bij nieuwe vrienden in een studentenhuis. Wat moet een huisvester dan? De woning maandenlang leeg laten staan tot de volgende buitenlandse student aanklopt? Dat kost geld. Verhuren aan een Nederlandse student? Dan is de kamer niet meer beschikbaar voor uitwisselingsstudenten.
De Tweede Kamer heeft niet goed nagedacht over de consequenties van de wetswijziging voor internationale studentenuitwisseling, aldus de brief. De studentenhuisvesters en onderwijsinstellingen hopen dat de senatoren ingrijpen.