Het gaat om Rolf van der Gaast (22, Scheikundige Technologie), Marten Bloch (19, Psychologie), Joran Driesen (23, Werktuigbouwkunde) en de Franse Erasmusstudent Julien Morel (22, Civiele Techniek).
Het bokstoernooi op het GNSK kent een knock-outsysteem. Van der Gaast en Bloch komen in Groningen uit in de gewichtsklasse tot 81 kilogram en hebben daar concurrentie van zes andere boksers. Driesen doet mee in de klasse tot 75 kilogram samen met 10 anderen. Morel neemt het in zijn gewichtsklasse (tot 91 kilogram) op tegen slechts twee anderen. Van der Gaast, Bloch en Driesen komen komend weekend al uit in de kwartfinale van het toernooi.
Is het moeilijk om net onder het maximaal toegestane gewicht te blijven?
Rolf: ‘Het is voor mij goed te doen. Ik ben nu een maandje gestopt met drinken om af te vallen. Verder train ik veel en moet ik genoeg eten om niet te veel spiermassa en daarmee gewicht te verliezen.’
Marten: ‘Ik twijfelde eerst of ik in de klasse tot 81 kilogram of die tot 75 zou moeten uitkomen, maar bij de eerste weging enkele weken terug woog ik rond de 82 kilogram. Het zou voor mij dan wel heel lastig worden om in een gewichtsklasse lager uit te komen, dus was de keuze niet zo moeilijk. Ik ben ook gestopt met drinken. Niet alleen om af te vallen, maar ook omdat het slecht is voor je conditie.’
Joran: ‘Toen ik besloot om mee te doen aan de wedstrijd woog ik nog 78 kilogram, dus toen moest ik nog wel wat afvallen. Stoppen met drinken, alle trainingen meepakken en hardlopen om zo onder die 75 te komen. Aan de andere kant heb ik gister ook gewoon een pizza gegeten. Voor de weging was ik nog wel even bang, want mijn eigen weegschaal gaf vlak voor de weging 77 aan. Dat ding bleek gelukkig kapot ofzo, want de volgende ochtend woog ik alweer 74.’
Julien: ‘Voor mij was het niet zo moeilijk om onder het gewicht te blijven, want ik weeg 88 kilogram, dus heb een paar kilo marge. Ik moet eigenlijk nog wat aankomen, om dichter bij de grens te komen. Het is wel lastig, want je wil dus zwaarder worden, maar wel zonder je snelheid te verliezen. Door het vele trainen is het nog lastig om wat aan te komen.’
Hoe hebben jullie je voorbereid op het GNSK?
Rolf: ‘We zijn nu drie maanden actief aan het trainen voor het GNSK. We doen meer aan wedstrijdtraining, waar er dus meer op de tactiek en strategie in een wedstrijd wordt gelet. We hebben onder andere een paar keer in de stad getraind bij Boksclub Twente. Andere trainers geven ook andere perspectieven.’
Joran: ‘Twee weken geleden hadden we in Wageningen dus de weging en werden er allerlei testjes gedaan om te kijken of alles in orde was. Dus bijvoorbeeld of je de armen wel goed omhoog houdt, zodat je niet tijdens het toernooi volledig in elkaar gemept wordt. Maar dat was voor ons meer een formaliteit.’
Julien: ‘We trainen nu drie keer in de week samen en daarnaast doe je voor jezelf ook nog wat. We moeten het natuurlijk wel met de studie combineren, maar tot nu toe gaat alles goed. De verbetering is zeker zichtbaar. De lengte van de gevechten (3 rondes van 2 minuten, red.) voelde eerder heel lang, maar nu hebben we aan het einde nog wat energie over.’
Wat trekt jullie zo aan in de bokssport?
Marten: ‘Ik voel bij boksen een extra prikkel. Je moet totale controle over je lichaam hebben en een goed reactievermogen. Bovendien is er veel respect onderling. Een tik krijgen hoort erbij, iedereen is daar heel sportief over. Ondanks dat je voor jezelf bokst, voelt het toch als een team.’
Joran: ‘De directe confrontatie, het meten met iemand anders. Als iemand de dekking laag heeft, kun je hem een tikkie geven. Dan weet je ‘ik zit erop’ en dat je hem hebt gepakt. Maar het is ook voor jezelf meteen duidelijk als je iets niet goed doet. Het is heel direct. Bij het amateurboksen gaat het ook niet om iemand knock-out slaan, maar om de punten.’
Rolf: ‘Ik kan er veel energie in kwijt. Het is ook een sport met veel discipline, wat me ook helpt in bijvoorbeeld mijn studie. Het boksen heeft me echt geholpen om m’n ei kwijt te kunnen. Het is echt een spelletje, de tegenstander te slim af te zijn. Het gaat niet om wie het hardst kan slaan. Bovendien krijg je er een goede conditie van, dat is ook wel fijn.’
Wat is de doelstelling voor het GNSK?
Joran: ‘4 juni was er al een voorronde, maar daar was ik voor uitgeloot. Ik kom nu dus uit in de kwartfinale op 11 juni. Ik hoop die natuurlijk te winnen, zodat ik op het GNSK ook kan boksen. Maar mocht ik dan al uitgeschakeld zijn, dan ga ik gewoon mee om de rest te steunen.’
Rolf: ‘Alleen Julien heeft al eens een proefwedstrijd gebokst, voor de rest wordt dit onze eerste wedstrijd. Ik boks al wel zo’n tien jaar, maar heb me nog nooit echt kunnen meten. Ik wil er gewoon uithalen wat er in zit. Als de tegenstander echt veel beter is, dan heb ik pech. Maar ik ga gewoon voor de volle winst, dat is denk ik ook wel realistisch.’
Marten: ‘Ik hoop vooral dat ik niet te snel tegen Rolfmoet,hij iswel echt goed. Ik vecht komend weekend in de kwartfinale al tegen een Amerikaanse jongen. Daar had ik laatst in Wageningen al kort tegen gespard. Een goede bokser, wel heel defensief, dus ik heb nog niet goed kunnen zien wat hij kan. Ik moet goed blijven opletten en hopelijk kan ik dan winnen.’
Julien: ‘Eén van de andere twee vechters heeft geluk gehad en staat al in de finale. Ik neem het op de zaterdag dan in de halve finale op tegen de andere bokser. Ik wil ten eerste vooral de finale halen, dat is mijn hoofddoelstelling. Maar ik zal alles proberen om het hele toernooi te winnen. De trainer zei al dat de eerste kampioen van Buiten Westen ook een Fransman was, dus het zou mooi zijn als ik hem kan opvolgen.’