De Belastingdienst vond dat hogescholen en universiteiten te veel btw konden aftrekken en stuurde aan op een proefproces tegen de NHL. De hogeschool won in eerste instantie bij de rechtbank en nu ook in hoger beroep bij het gerechtshof.
Btw aftrekken
De kwestie is ingewikkeld, maar er hangt veel geld van af. Voor onderzoek in opdracht van het bedrijfsleven of voor particuliere opdrachten moeten hogescholen en universiteiten btw in rekening brengen. Maar als ze hiervoor kosten maken en zelf btw betalen (bijvoorbeeld als ze iemand ervoor inhuren), mogen ze die btw aftrekken van de belastingen. En dat tikt aan.
Daar zijn natuurlijk allemaal regels voor. Je moet voor de berekening precies weten hoeveel kosten je maakt voor je commerciële activiteiten. En daar beginnen de problemen. De rechtszaak gaat over ‘gemengde kosten’ zoals de gebouwen: die zijn voor het gewone onderwijs, maar hogescholen voeren er ook commerciële activiteiten uit. Hoe verdeel je dan de kosten?
Arbitrair
'Het is arbitrair', zegt Johan Wobma van de NHL-afdeling finance & control. 'Maar er is een rekenregel voor.' En die rekenregel is in de ogen van de Belastingdienst nogal gunstig voor een hogeschool. In een notendop komt het hierop neer: neem de inkomsten uit commercieel werk (zoals onderzoek in opdracht) en deel die door de totale inkomsten. Dan zie je welk deel van het gebouw je moet toerekenen aan commercieel werk. En dat is niet zo’n groot deel.
De Belastingdienst vond eigenlijk dat die hele berekening moest verdwijnen. De hogeschool zou gewoon van het werkelijke gebruik van de gebouwen (en andere faciliteiten) moeten uitgaan en niet van een abstracte rekenregel. 'Hoe je dat dan in de praktijk moet vaststellen, kon de Belastingdienst niet zeggen', aldus Wobma.
Abstract
De rechter zag het ook niet zitten en hield vast aan de rekensom. Maar die rekensom zelf stelde de Belastingdienst ook ter discussie met een wat abstract argument: studenten zouden in feite niets kopen voor hun collegegeld, aldus de inspecteurs, dus mag je het collegegeld in deze btw-sommetjes niet meetellen.
Dat zou de schatkist veel geld opleveren, maar de hogeschool maakte snel duidelijk dat de studenten wél voor een dienst betalen: hun onderwijs. Ook al draagt de overheid een veel groter deel bij. Zo zag de rechter het ook.
Kortom, de Belastingdienst heeft verloren. De inspecteurs kunnen nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad.
In de luwte
Dit belangrijke proefproces voltrok zich volkomen in de luwte. De Vereniging Hogescholen wist er nog niet van. De NHL heeft ook niet met andere hogescholen of universiteiten overlegd, zegt Wobma. 'De situatie is aan elke onderwijsinstelling anders. De algemene uitgangspunten zijn vergelijkbaar, maar de details verschillen per onderwijsinstelling. Daarom is het ook moeilijk te zeggen hoeveel geld het hoger onderwijs hiermee bespaart.'
Het is niet zo dat onderwijsinstellingen nu méér btw kunnen terugvragen. Dankzij de uitspraak blijft alles bij het oude en hoeven ze geen extra btw af te dragen. Eén ding lijkt duidelijk: hoe meer commerciële activiteiten een universiteit of hogeschool ontplooit, hoe meer de uitkomst van dit proefproces hun bespaart. Al met al zal het om miljoenen gaan.